Franc van Erck (lid curatorium CBC): “Business Controller moet geen vrienden worden met algemeen directeur”
“Ik ben begonnen als bedrijfseconoom,” zegt Van Erck, die de afgelopen twintig jaar ervaring heeft opgebouwd als CFO, financieel directeur, consultant en controller bij bedrijven als Perry Sport, Atos, Vendex KBB, Nissan, Schiphol en Bull. “Pas later ben ik in de richting van controller gegaan. Ik denk dat ik na acht jaar bij KPMG pas echt door had wat er nodig is om een business controller te zijn. Ik draag het hele controller vak een warm hart toe en de business controller heeft helemaal een speciale plek bij mij.”
Kennis en kunde op het gebied van financiën en processen zijn niet genoeg voor een business controller, benadrukt Van Erck. “Een gewone controller richt zich in retrospectief op de cijfers, de voorraad, ontwikkelingen en trekt aan de bel als bepaalde paramaters worden overschreden. Hij kijkt naar de processen, geldstromen en hoe die verbeterd kunnen worden. Maar een business controller richt zich op de hele onderneming. Je moet in staat zijn om een koppeling te kunnen maken tussen de processen en de business. Als er resultaten zijn die jouw bedrijf voor ogen heeft, dan moet je processen en modellen kunnen voorstellen die aan het behalen van die resultaten bijdragen. Daarin zit de grote uitdaging, want je moet echt een gesprekspartner zijn voor de algemeen directeur.”
Het is een lastige positie, die een kritische, onafhankelijke houding vereist, zegt Van Erck. Hij illustreert dat aan een ingreep die een controller deed bij het toenmalige bedrijf Kien Mode, in de tijd dat Van Erck bij Vendex KBB werkte. “Die man opereerde echt als de rechterhand van de algemeen directeur en dat moest ook. Hij moest sturen op omzet en voorraad, maar er was ook druk van de commerciële leiding om uit te breiden. Als je hun presentaties over expansie hoorde, klonk het alsof ze wel gek zouden zijn als ze niet meteen tien winkels zouden openen. Gelukkig begon de controller in een vroegtijdig stadium kritische vragen te stellen. Een business controller denkt mee in de business en zorgt er voor dat er geen wishful thinking plaatsvindt.”
Hoewel er soms wat voor te zeggen valt dat de business controller aan de CFO rapporteert, is Van Erck, indien de organisatie dat toelaat, er voorstander van om de functie onder de algemeen directeur of CEO te positioneren. “Maar dat betekent niet dat je vrienden moet worden met die directeur,” zegt hij. “Hij moet op je kunnen vertrouwen, maar aan de andere kant moet je ook in staat zijn om de algemeen directeur kritisch te volgen. Hij kan persoonlijk belang hebben bij beslissingen die niet goed zijn voor de onderneming, zoals expansie. Er is een tijd geweest dat de controller functie als business partner werd omschreven, maar dan wordt je als business controller te veel één van hun.”
Soft skills zijn erg belangrijk voor business controllers en dat is een verschil met gewone financiële mensen, legt Van Erck uit. “Het gaat daarbij niet zo zeer om sociale vaardigheden, maar je moet in staat zijn om een verhaal onder woorden te brengen en dat op tafel te leggen. Bovendien moet je begrijpen wat er bij de commerciële afdelingen en andere onderdelen van het bedrijf gebeurt. Het is een duivels dilemma: iemand vinden met de juiste soft skills en tegelijkertijd een financiële achtergrond en vaardigheden. Aan de ene kant is er analytisch zwart-wit denken vereist en aan de andere kant veerkracht, waarbij je tijdens gesprekken kan meebuigen met degene met wie je om tafel zit. Dat kan zijn door een uur je mond te houden en dan een rake opmerking te plaatsen, maar je moet ook een presentatie kunnen houden waarbij je rekening houdt met alle verschillende invalshoeken vanuit de organisatie.”
Volgens Van Erck is het belangrijk dat de opleiding Certified Business Controller ook ruimte biedt aan ‘potentials’. Het programma moet niet dichtgetimmerd worden zodat er geen ruimte is voor talenten die van buiten de controller functies komen. “Het gevaar bestaat dat we zulke hoge eisen stellen aan de kwaliteit , dat degenen met potentie niet aan kunnen sluiten. We moeten geen mensen uitsluiten die niet precies de goede ervaring of functie hebben. Er zijn ook analisten en anderen die het in zich hebben om business controller te worden.”
Van Erck wijst erop dat er diverse redenen kunnen zijn dat iemand tot dusver in een positie met minder verantwoordelijkheid heeft gewerkt. “Ik ben zelf ook in die rol ontwikkeld. Ik ben er pas later achtergekomen dat ik lol heb in presenteren en workshops houden. Voor mensen kan er een psychologische barrière zijn of ze hebben een baan aangenomen om maar werk te hebben. Bij mij was er ook altijd een dekseltje op bepaalde talenten in het verleden. Iemand moet de potentie prikkelen om het eruit te laten komen. Je zou een scout moeten hebben die dit soort mensen, die zichzelf niet op de voorgrond zetten, kan ontdekken.”
Momenteel voert Van Erck een klus uit bij een ROCinstelling. “Ik probeer hier ook de business controller op de agenda te krijgen. Die moet denken vanuit de werkgelegenheid in de regio. Vanuit de visie van het ROC wil je voorkomen dat je mensen opleidt voor de WW. Inzet van middelen en binnen de begroting blijven is belangrijk, maar het behalen en meten van resultaten die ten doel gesteld zijn misschien nog wel belangrijker.” Ook bij Achmea maakte Van Erck dat proces mee. “De controllers waren daar veredelde boekhouders, maar er is een hele slag gemaakt. De mensen die zeiden: wie ben ik om bij de algemeen directeur op de kamer een presentatie te houden, zijn niet uit het juiste hout gesneden voor de business controller functie.”
Lees ook de visie op Business Controlling van andere leden van het curatorium CBC:
– Marc Alblas: “Veel business controllers hebben latex ruggengraat”
– Peter van Dongen: “Business Controller is CFO van de toekomst”
– Melle Eijckelhoff: “Zwaar tekort business controllers op arbeidsmarkt”
– Joost Peeperkorn: “Business Controller moet inzicht hebben in hele operatie”