Flexmarkt bereikt bodem in 2013
Ook de eerste maanden van 2013 zijn nog lastig, maar in de tweede helft van het jaar is de bodem naar verwachting bereikt. Voor het hele jaar betekent dat dan per saldo nog wel een minieme omzetdaling van 0,5%.
Verslechtering arbeidsmarkt remt groeiperspectief
De flexmarkt is nog altijd in mineur. De economische krimp door dalende investeringen en teruglopende consumptie drukt de vraag naar (flexibel) personeel. Hoewel het aantal uren terugloopt, is de omzetdaling dit jaar met naar verwachting -3% nog beperkt (figuur 1). Met name de tweede helft van het jaar vallen omzetten tegen. De arbeidsmarkt verslechtert verder: de werkloosheid wordt tegen het einde van het jaar geraamd op 6,8% tegen 6,2% halverwege het jaar. Het aantal openstaande vacatures loopt al het hele jaar terug en ook naar tijdelijk personeel in de industrie, techniek, financiële dienstverlening en bij de overheid is minder vraag.
Begin 2013 neemt de vraag verder af omdat de economie verder stagneert en het aantal werklozen stijgt. In de tweede helft van het jaar wordt waarschijnlijk de bodem bereikt als de industrie de verwachte eerste tekenen van herstel laat zien. Al bij al resteert toch nog een lichte krimp van 0,5% voor 2013.
Versoepeling ontslagrecht raakt flexbranche
In het regeerakkoord is vastgelegd dat het ontslagrecht wordt versoepeld en ontslagvergoedingen worden verlaagd, met vergaande gevolgen voor de flexbranche. Een verdere flexibilisering van de arbeidsmarkt biedt enerzijds mogelijkheden voor de branche doordat mensen vaker en sneller van baan wisselen. De arbeidsmobiliteit van oudere werknemers, die voorheen een veel hogere ontslagvergoeding kregen, stijgt naar verwachting. Hierdoor liggen er mogelijkheden voor flexbedrijven die zich op dit deel van de markt richten.
Anderzijds leidt een blik op het Deens flexicurity model –waarin soepel ontslagrecht (flexibility) is gekoppeld aan scholing, relatief hoge uitkeringen en hulp voor werkzoekenden (security) – tot een pessimistischer beeld. Door de relatief geringe ontslagbescherming bieden Deense werkgevers veel vaker een contract voor onbepaalde tijd aan en wordt minder voor flexwerkers gekozen (zo´n twee derde minder).
Bron: ING Economisch Bureau