Flexibel werken zowel voor- als nadelig voor werknemers
Flexibel werken heeft een grote vlucht genomen in Nederland. Bijna de helft van de werknemers beschikt over flexibele werktijden of werkt in deeltijd, en een derde werkt minstens een keer per week thuis.
Uit het promotieonderzoek van Daniel Possenriede blijkt dat zowel werkgevers als werknemers van deze nieuwe vorm van werken profiteren. Op vrijdag 6 juni promoveert hij aan de Utrecht University School of Economics op dit onderwerp.
Ondanks de grote toename van het aantal mensen dat flexibel werkt, is er weinig empirisch onderzoek gedaan naar de economische gevolgen hiervan. Door economische inzichten en analyses te combineren met theorieën uit de sociale wetenschap en psychologie, is Daniel Possenriede op zoek gegaan naar de gevolgen van flexibel werken. Hij heeft gekeken naar de afstemming tussen werk en privé, de arbeidsbeleving, de loopbaanontwikkeling, het ziekteverzuim en het arbeidsaanbod van werknemers. Uit zijn onderzoek blijkt dat werknemers meer tevreden zijn over hun werk en werkgevers profiteren omdat deze flexibele werknemers zich minder ziek melden.
Flexibel werken zowel voor- als nadelig voor werknemers
Uit het onderzoek blijkt dat flexibele werktijden een positief effect hebben op de arbeidsbeleving van werknemers. Werknemers vinden het werk- en privéleven beter te combineren. Echter, werknemers die regelmatig thuis werken zijn minder zichtbaar voor hun collega’s en leidinggevenden. Hierdoor maken zij minder kans op promoties en krijgen zij ook minder opleidingen betaald in vergelijking met hun collega’s die niet thuis werken. Flexibel werken blijkt dus goed voor de combinatie van werk en privé, maar komt de carrière niet ten goede.
Effecten voor werkgevers
Werknemers die zelf begin- en eindtijden van hun werk kunnen bepalen of thuis kunnen werken, melden zich minder vaak ziek en zijn ook minder lang ziek. Dit is een belangrijk voordeel van flexibel werken voor de werkgevers. Uit het onderzoek blijkt niet dat werknemers met flexibele werktijden ook meer uren willen werken. Het Nieuwe Werken leidt dus naar alle waarschijnlijk niet tot een verhoging van de arbeidsmarktparticipatie.
Dit proefschrift is mogelijk gemaakt met financiële steun van Instituut Gak.