Belastingdienst: aandelen- en bonusregelingen op de korrel

Loonheffing moet worden afgedragen voordat er is uitgekeerd.

Als een werknemer salaris ruilt voor een toekomstig voordeel, dan ziet de Belastingdienst dat als fiscaal direct belastbaar. Het gaat hier om zaken als het ruilen van loon tegen bijvoorbeeld een bonusplan of een virtueel aandelenplan. De uitkering daarvan vindt pas in een later kalenderjaar plaats.

Dat de fiscus deze uitruil wil belastingen heeft wellicht gevolgen voor uitruilregelingen, zo vreest werkgeversorganisatie AWVN.

Dat is bij veel uitruilregelingen echter niet het geval, sust AWVN. In de meeste uitruil- of cafetariaregelingen krijgt de werknemer meteen of later in hetzelfde jaar een andere beloning in ruil voor het ingezette budget. In dat geval ziet de Belastingdienst geen problemen.

Pas als de jaargrens wordt overschreden ontstaat er volgens de Belastingdienst mogelijk een ongebruikelijke situatie. Bij loonheffingen is het fiscale ‘moment van genieten’ bepalend voor de belastingheffing. Doorgaans is dat het moment van uitbetaling.

Maar de belastingwetgeving bepaalt ook dat de Belastingdienst bij een ongebruikelijk tijdstip van het moment van uitkeren, een fictief genietingsmoment mag bepalen. Dit om te voorkomen dat loon wordt doorgeschoven naar een later jaar om belastingheffing uit te stellen of te omzeilen.

Volgens de Belastingdienst is zo’n situatie denkbaar bij een bonusplan of een virtueel aandelenplan. Die regelingen worden voortaan aangemerkt als genoten loon, dat belastbaar is voordat het daadwerkelijk wordt uitgekeerd.

AWVN wijst op de administratieve complexiteit van deze aanpak door de Belastingdienst. De werkgever moet loonheffingen  inhouden en afgedragen, terwijl nog geen uitbetaling is geweest. Dit kan leiden tot problemen bij de salarisadministratie en de uitvoering.

Gerelateerde artikelen