Fiscaal: Per tijdvak kunnen twee verzuimboetes worden opgelegd
Een bv doet aangifte van een te betalen bedrag aan btw, maar verzuimt dit bedrag tijdig te betalen. De inspecteur legt haar daarom een naheffingsaanslag op plus een verzuimboete van 1.134 euro. Uit een naderhand verricht boekenonderzoek blijkt dat de bv van een te lage heffingsmaatstaf is uitgegaan. De inspecteur legt daarop een tweede naheffingsaanslag op met opnieuw een verzuimboete. Ditmaal voor een bedrag van 4.537 euro. De verzuimboetes hebben betrekking op hetzelfde tijdvak.
In tegenstelling tot Hof Arnhem en Advocaat-Generaal Van Hilten beslist de Hoge Raad dat de inspecteur over hetzelfde tijdvak twee verzuimboetes mocht opleggen. Dit komt omdat er sprake is van twee verschillende beboetbare gedragingen.
Dat de inspecteur voor de tweede maal een boete oplegt voor belastingverplichtingen over een en hetzelfde tijdvak, betekent niet noodzakelijkerwijs dat sprake is van een herhaalde beboeting voor hetzelfde feit, aldus de Hoge Raad. Dat de verschillende boetes worden opgelegd voor een overtreding van dezelfde wettelijke norm is ook niet doorslaggevend.
Er moet gekeken worden naar de omschrijving van de beboetbare gedraging waarvoor de eerste boete is opgelegd. In dit geval had de eerste verzuimboete betrekking op een betalingsverzuim en de tweede verzuimboete op het aangeven van een te lage heffingsmaatstaf. Van een dubbele beboeting van hetzelfde feit is in dit geval dus geen sprake.
De Hoge Raad overweegt ten slotte dat het totaalbedrag van de boetes nooit hoger kan zijn dan 4.537 euro (2007). De boete van de bv wordt door overschrijding van de redelijke termijn door de Hoge Raad verminderd tot 3.000 euro.
Bron: Grant Thornton