Onderzoek: ‘CFO’s worden nog weinig betrokken bij verduurzaming’
Nederlandse leidinggevenden nemen concrete actie voor duurzaamheid, maar er zijn nog obstakels voor langetermijnsucces. Gebrek aan financiering is daarbij de grootste zorg. Dat is de belangrijkste conclusie voor Nederland uit de Environmental Sustainability Study 2023. Dit onderzoek van SAP analyseerde de houding en het gedrag van bedrijven op het gebied van duurzaamheid.
- Nederlandse leiders investeren in duurzaamheid, maar kampen met financieringsproblemen
- CFO moet meer betrokken worden bij duurzaamheidsstrategie en -rapportage
- Meten en rapporteren van milieu-impact blijft een uitdaging voor veel bedrijven
Nederlandse organisaties zijn welwillend als het gaat om duurzaamheid. 86 procent van de Nederlandse leiders is van plan de investeringen in verduurzaming de komende jaren te handhaven of te verhogen. Een derde geeft aan dat omzet- en winstkansen een belangrijke drijfveer zijn voor verduurzaming.
24 procent van de Nederlandse bedrijven zegt dat milieumaatregelen nu al een sterke positieve impact hebben op omzet- en winstkansen. Bijna twee derde (64 procent) verwacht binnen vijf jaar een positief financieel rendement te zien op hun duurzaamheidsinvesteringen.
Betrokkenheid CFO gewenst
“Het is duidelijk dat organisaties moeite hebben om duurzaamheidsbeleid om te zetten in praktijk”, zegt Juriaan Mulder, Manager Business Development voor Digital Supply Chain & Sustainability bij SAP Nederland. “De belangrijkste reden voor de problemen is het onvermogen om duurzaamheidsinitiatieven te vertalen naar echte businesscases. Vandaar dat wordt gesteld dat de CFO intensiever moet worden betrokken bij de besluitvorming over duurzaamheid.”
Duurzaamheid als bedrijfsmiddel
“Organisaties moeten duurzaamheid veel meer benaderen als een bedrijfsmiddel, als iets dat je kunt meten, vastleggen en analyseren”, vindt Harald Winkler, CFO van SAP Nederland. “Door je emissies te behandelen alsof het financiële cijfers zijn, ben je echt in staat om de voortgang te meten en daardoor een veel betere vertaling naar waarde te bereiken, zoals we dat doen bij financiële cijfers. Op deze manier wordt de link tussen duurzaamheid en het rendement op investeringen veel duidelijker.”
CFO’s langs de zijlijn
Uit het onderzoek blijkt dat de CFO in veel organisaties aan de zijlijn staat als het gaat om duurzaamheid. Slechts 12 procent van de organisaties heeft de verantwoordelijkheid voor duurzaamheidsinitiatieven toegewezen aan deze functie. Bij slechts 7 procent van de bedrijven bepaalt de CFO de strategische koers op het gebied van duurzaamheid. Vaker is de Chief Sustainability Officer, CEO, Chief Operating Officer of de raad van bestuur verantwoordelijk.
Financiering als belemmering
Een vertaling van de duurzaamheidsinitiatieven naar de waarde voor het bedrijf blijft daardoor uit. Maar liefst 26 procent van de Nederlandse bedrijven noemt financieringsproblemen als een van de vijf grootste belemmeringen om duurzaamheidsacties te ondernemen, terwijl nog eens 14 procent geen steun kan krijgen van senior stakeholders om gezamenlijke actie te ondernemen. Meer verantwoordelijkheid voor de CFO zou dit kunnen oplossen.
Moeite met meten en rapporteren
Het onvermogen om goed te meten vormt een extra struikelblok voor vooruitgang, en uiteindelijk voor economisch rendement. Uit het onderzoek blijkt dat bijna een derde moeite heeft om het rendement op investering aan te tonen. Even vaak is het onduidelijk hoe zij duurzaamheid moeten integreren in bedrijfsprocessen en IT-systemen. 28 procent mist de nodige expertise en 27 procent twijfelt nog aan hun vermogen om de impact op het milieu te meten.
Uit het onderzoek blijkt dat de CFO in veel organisaties aan de zijlijn staat als het gaat om duurzaamheid. Slechts 12 procent van de organisaties heeft de verantwoordelijkheid voor duurzaamheidsinitiatieven toegewezen aan deze functie.
Het onderzoek laat ook zien dat Nederlandse bedrijven moeite hebben om hun uitstoot van broeikasgassen te meten en te rapporteren. Slechts 26 procent kan scope 1-emissies (directe emissies) goed genoeg vastleggen. 16 procent kan scope 3-emissies (indirecte emissies in de toeleveringsketen) helemaal niet volgen. Hierdoor moeten veel leiders zich baseren op schattingen of intuïtie bij het bekendmaken van hun milieu-impact. Meer dan 85 procent heeft daardoor moeite met het verzamelen of analyseren van gegevens voor compliance.
Risico op reputatieschade
“Als bedrijven hun milieueffecten niet nauwkeurig kunnen rapporteren, lopen ze het risico op boetes en reputatieschade. Het verwijt van greenwashing is dan snel gemaakt”, waarschuwt Stephen Jamieson, Global Head of Circular Economy Solutions bij SAP. “Door te focussen op de implementatie van een gestandaardiseerd rapportagekader zorgen bedrijven ervoor dat ze hun groene referenties onderbouwen, de meting goed krijgen en stappen in gang zetten die direct zullen leiden tot langetermijnimpact.” [Artikel gaat verder na de volgende alinea]
Schrijf u daarom nu in voor de FM-nieuwsbrief met al het relevante nieuws en unieke en inspirerende (netwerk)evenementen en volg ons op Linkedin.
Voorwaarde voor een gedegen rapportage is dat de duurzaamheidsprestaties meetbaar en inzichtelijk zijn. Op blockchain gebaseerde technologie zoals SAP GreenToken kan hierbij helpen. SAP GreenToken kan de traceerbaarheid van grondstoffen en de transparantie in de toevoerketen vergroten. Unilever past deze technologie bijvoorbeeld toe in een proof of concept in Indonesië om meer dan 188.000 ton palmolie in te kopen. Met GreenToken kan Unilever de herkomst en de reis die palmolie aflegt volgen, verifiëren en hier in bijna realtime over rapporteren.