Finance professional vreest talentschaarste

Talentschaarste, skills gaps en het behouden van personeel belangrijkste risico’s.

Finance professionals zijn van mening dat de uitdaging om talent te vinden en te behouden het grootste risico vormt voor hun bedrijven op dit moment, vanwege de lage werkloosheid en stijging in werkgelegenheid. Dit blijkt uit de Global Economic Conditions Survey (GECS), een wereldwijde enquête van het Institute of Management Accountants (IMA) en de Association of Chartered Certified Accountants (ACCA) onder 819 accountants.

Daarnaast is volgens het onderzoek het vertrouwen in de economie in West-Europa opnieuw gedaald in het derde kwartaal van 2023. Deze enquête, afgenomen voordat de oorlog in Israël uitbrak, laat de status van de huidige economische situatie zien door de ogen van leidende financiële professionals.

  • Talentschaarste en behoud van personeel worden gezien als de grootste risico’s voor bedrijven in West-Europa in het derde kwartaal van 2023.
  • Het vertrouwen in de economie van West-Europa is opnieuw gedaald, met name door zorgen over inflatie, recessie en rentetarieven.
  • Orders in West-Europa zijn licht gedaald in het derde kwartaal, en de groei van de economie zwakt af, mogelijk als gevolg van monetaire verkrappingen en een zwakke Chinese economie.

Het derde kwartaal van 2023 was opnieuw een kwartaal vol veranderingen en uit de GECS blijkt dat organisaties het steeds moeilijker vinden om met de snelheid waarmee risico’s optreden om te gaan. Volgens deelnemers aan de GECS in West-Europa zijn in Q3 talentschaarste / skills gaps / behouden van personeel (24 procent) en economische inflatie / recessie / rentetarieven (23 procent) de grootste risico’s voor hun organisaties. Opvallend is dat regelgeving / compliance / legal (16 procent) naar de top drie is gestegen, terwijl technologie / data / cybersecurity naar de vijfde plek is gezakt. De resultaten reflecteren de huidige lage werkloosheid in Europa, waardoor bedrijven moeite hebben met het vinden en behouden van geschikt personeel. Verder uitten deelnemers ook meer bezorgdheid in Q3 ten opzichte van voorgaande kwartalen over het leiderschap in hun organisaties. Bijvoorbeeld het onderschatten van de effecten van kostenbesparing, het conflict tussen het uitrollen van nieuwe producten en de beoogde waardes en ethiek, en de gevolgen van de toepassing van artificial intelligence (AI).

Enkele andere uitkomsten:

Vertrouwen: Het vertrouwen is in West-Europa voor het tweede opeenvolgende kwartaal gedaald in Q3 en ligt bijna 20 indexpunten onder het hoogtepunt tijdens Q1 2023. Het vertrouwen ligt onder het langetermijngemiddelde, maar lijkt in vergelijking met voorgaande dieptepunten uit de terugkerende enquête niet bijzonder laag.

Orders: Het niveau van de orders in West-Europa is licht gedaald in Q3 ten opzichte van Q2, maar blijft dicht bij het gemiddelde. Het verschil tussen de landen binnen de regio West-Europa is opvallend, gezien de orders in Nederland en Duitsland in september een historisch dieptepunt kenden sinds mei 2020. Vooral de industrie heeft veel last van de monetaire verkrappingen.

Economisch herstel: De groei in West-Europa is afgezwakt, maar het is niet duidelijk of een recessie op de loer ligt. In Nederland is de economie voor een derde maand op rij gekrompen. Het agressieve monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) en de Bank of England, evenals de zwakke Chinese economie, drukken op de regio. Dit is te zien aan het dalende aantal verstrekte leningen, minder beschikbaar kapitaal en zwakke woningmarkten. De samengestelde Purchasing Managers’ Index (PMI) voor de eurozone laat dan ook een flinke daling zien in Q3 ten opzichte van Q2: van 49,9 in juni naar 47,2 in september. Deze daling is voornamelijk merkbaar in Duitsland.

Inflatie: De sterke arbeidsmarkt kent een historisch lage werkloosheid in Europa in augustus (6,4 procent). Gecombineerd met een stijging in de werkgelegenheid voor het derde kwartaal op rij, laat dit een veerkrachtige arbeidsmarkt zien. Bovendien verbeteren de reële inkomens dankzij de sterke loongroei en de dalende inflatie. Dit is terug te zien in de cijfers van de ECB, die in september een inflatiepercentage van 4,3 procent weerspiegelden. Ook de kerninflatie daalt en bedraagt 4,5 procent. De ECB heeft onlangs haar prognoses voor de totale inflatie in 2023 en 2024 licht naar boven bijgesteld en verwacht niet dat deze voor 2025 zal terugkeren naar het doel van 2 procent. Daarom verhoogde de ECB in september de rente met een kwart procentpunt, waardoor de belangrijkste depositorente op 4 procent kwam – het hoogste ooit gemeten. Maar nu de groei steeds meer dreigt te krimpen, is de piek van de rente in de huidige cyclus wellicht achter de rug.

Operationele kosten: De wereldwijde bezorgdheidsindex – die de zorgen over hoge operationele kosten weerspiegelt – is in Q3 gedaald ten opzichte van Q2, maar blijft boven het gemiddelde. Dit suggereert dat er nog steeds maatregelen nodig zijn van de centrale banken om de inflatie te verlagen.

Angst: Wereldwijd namen de zorgen over faillissementen van klanten licht toe, maar de zorgen over leveranciers daalden tot het laagst gemeten niveau sinds 2019. Geen van beide cijfers ziet er alarmerend uit, maar het zou verrassend zijn als deze indexen in de loop van de volgende kwartalen niet zullen dalen.

Volledig rapport: Global Economics Conditions Survey Q3 2023

Lees ook:
Effecten van renteverhogingen vormen risico voor economie in tweede helft 2023
Moet je als bedrijf je salarissen verhogen om schaars talent te trekken?
VNO-NCW vreest toekomst MKB-ondernemers

Gerelateerde artikelen