Familiebedrijven vrezen loon-prijsspiraal door inflatie
66% van de ondernemers maakt zich zorgen over de gevolgen van de hoge inflatie voor hun eigen bedrijf.
Om de negatieve gevolgen van de hoge inflatie te minimaliseren verwacht 89% van de familiebedrijven prijsverhoging te gaan doorvoeren. Voor de meerderheid van hen is het niet mogelijk om kosten te besparen op bijvoorbeeld energie, grondstoffen of lonen. Hoewel de meeste directeuren van familiebedrijven relatief positief gestemd zijn over hoe hun bedrijf de inflatiegolf doorkomt, maken ze zich zorgen over de gevolgen van de economie.
Dit alles blijkt uit onderzoek van Nyenrode Business Universiteit en Van Lanschot Kempen naar hoe familiebedrijven omgaan met deze inflatie. Marta Berent-Braun, Van Lanschot Kempen hoogleraar Familiebedrijven en Eigendomsdynamiek bij Nyenrode: “Uit ons onderzoek blijkt dat de hoge inflatie familiebedrijven zorgen brengt, niet alleen voor het eigen bedrijf maar ook voor de economie en de consequenties voor hun werknemers. Hierdoor dreigt een loon-prijsspiraal, waarbij de directeuren van familiebedrijven vrezen dat de loonkosten zelfs op de lange termijn niet zullen normaliseren.”
Ruim de helft van de familiebedrijven vindt dat het kabinet maatregelen moet nemen om de gevolgen van inflatie voor het bedrijfsleven te minimaliseren. De directeuren van familiebedrijven adviseren de overheid onder andere om de loonheffing te verlagen, zodat werknemers netto meer overhouden en om, net als in de jaren ’90, de btw te verlagen naar 17,5%. Daarnaast adviseren ze het compenseren van de laagste inkomens, versoepelingen van fiscale werknemersvoordelen en belastingverlaging op energie. Uit het onderzoek blijkt dat 35% van de directeuren de hoge energie- en grondstofprijzen ontwrichtend vindt voor hun bedrijfsmodel en vreest 5% voor de continuïteit van hun bedrijf op lange termijn door deze hoge kosten. Opvallend is dat 13% van de familiebedrijven op lange termijn geen normalisatie verwacht in de grondstof- en energieprijzen.
Om de inflatie het hoofd te bieden kunnen bedrijven investeringen op innovatie verminderen en aanpassingen doen in hun financieringsstructuur. Uit het onderzoek blijkt echter dat familiebedrijven gericht blijven op de bedrijfscontinuïteit en de lange termijn: de meerderheid (66%) gaat niet bezuinigen op investeringen in innovatie. 20% verwacht wel te moeten inleveren op dit gebied. De meeste familiebedrijven hebben nog geen aanpassingen gedaan in hun financieringsstructuur. Slechts een klein deel lost extra schulden af, zet rente vast of creëert extra kredietruimte.
Tot slot blijkt uit het onderzoek dat 38% van de directeuren van familiebedrijven zich zorgen maakt over de gevolgen van inflatie op hun overige vermogensbestanddelen (naast het familiebedrijf). Het risico voor de familiebedrijven ligt veel hoger, omdat veel eigenaren het overgrote deel van hun familiekapitaal in het bedrijf hebben zitten. Zo is 22% van de directeuren op zoek gegaan naar andere beleggings- of investeringsoplossingen om extra bescherming te krijgen tegen inflatie. Mark Buitenhuis, managing director Private Clients Regions bij Van Lanschot Kempen: “Kapitaal in ondernemingen wordt nu flink geraakt. Volgens het onderzoek is het bedrijf ook gevoeliger voor inflatie dan ander vermogen, zoals onroerend goed en de aandelenportefeuille. Bovendien kun je met privévermogen beter sturen. Hier zie je het belang van goede spreiding.”
Aan het onderzoek, dat werd uitgevoerd in mei 2022, hebben 94 familiebedrijven deelgenomen. Zij maken deel uit van een onderzoekspanel gericht op familiebedrijven dat is gestart door Nyenrode en Van Lanschot Kempen.