Familiebedrijven realiseerden 343 miljard omzet in 2015
Een familiebedrijf is een bedrijf waarbij één familie direct of indirect een meerderheid van zeggenschap heeft en formeel betrokken is bij het bestuur. Begin 2016 telde Nederland bijna 278.000 familiebedrijven, 71 procent van alle bedrijven (exclusief bedrijven van ondernemingengroepen met één werkzame persoon).
Bij de meeste bedrijven in Nederland werken niet meer dan 50 personen en een groot deel van deze bedrijven is een familiebedrijf. Hoe groter het bedrijf, hoe minder vaak het een familiebedrijf is: van de bedrijven met 250 of meer werkzame personen is 17 procent een familiebedrijf.
Het omzetaandeel van familiebedrijven is met 50 procent dan ook het grootst onder bedrijven met minder dan 50 werkzame personen. Bij bedrijven met meer dan 250 werkzame personen realiseren de familiebedrijven 14 procent van de omzet.
Familiebedrijven realiseerden meer dan de helft van de omzet in de horeca, de bouwnijverheid en de autohandel en -reparatie. Het aandeel van familiebedrijven in de omzet van de groothandel, de industrie en de informatie en communicatie is echter relatief klein.
Het aandeel van familiebedrijven in de omzet per provincie is het hoogst in Friesland, Overijssel en Gelderland. Provincies waar familiebedrijven een relatief laag aandeel in de omzet hebben, zijn Noord-Holland, Groningen en Zuid-Holland. In Noord-Holland en Zuid-Holland wordt relatief meer omzet gerealiseerd door niet-familiebedrijven in de industrie en groothandel. In Groningen speelt de delfstoffenwinning een rol.
Het CBS voerde recent binnen het COSME Programma (2014-2020) van de Europese Unie een verkennend onderzoek uit naar familiebedrijven in Nederland. In de resultaten van dit onderzoek wordt naast omzet ook inzicht gegeven in het aantal bedrijven, de gerealiseerde toegevoegde waarde, het aantal werknemersbanen en kenmerken daarvan.