‘Familiebedrijven herstellen sneller van crisis’
Familiebedrijven zijn koersvaster en kijken meer naar de lange termijn dan niet-familiebedrijven. Ze zijn minder snel geneigd personeel te ontslaan en blijven actiever investeren in innovatie, onderzoek en ontwikkeling. Dat schrijven de Erasmus Universiteit Rotterdam, BDO Accountants & Adviseurs en Rabobank in een onderzoek.
Familiebedrijven willen hun kenniswerkers en talent binnenboord houden tijdens een crisis, terwijl niet-familiebedrijven eerder overgaan tot harde saneringen. Volgens de onderzoekers speelt sociale verantwoordelijkheid bij familiebedrijven voor mensen uit eigen kring daarbij een rol. Verder worden de meest onderscheidende en productieve bedrijfsmiddelen goed beschermd. Die bescherming van de “kroonjuwelen” van een familiebedrijf zorgt ervoor dat de concurrentiekracht wordt gewaarborgd en helpt dus bij herstel van een crisis.
Wanneer de oprichter van het familiebedrijf nog de leiding heeft in de onderneming, is de nadruk op innovatie, onderzoek en ontwikkeling het sterkst, zeggen de onderzoekers. “We zien dat familiebedrijven met een oprichtersmentaliteit, wanneer de ergste crisis voorbij is, sneller terugveren. Zeker wanneer families tijdens een crisis goed in de spiegel durven kijken vanuit hun rol als eigenaar en er ook echt naar handelen”, aldus Joost Vat van BDO. Deze inzichten kunnen volgens de onderzoekers familiebedrijven helpen bij het herstel van de coronacrisis.
Overigens zijn familiebedrijven net zo vatbaar voor een crisis als niet-familiebedrijven. Het is een fabeltje dat die bedrijven bestendiger zouden zijn voor een crisis dan andere ondernemingen, aldus de onderzoekers. Het maakt daarbij niet uit wie de leiding van het familiebedrijf heeft, de oprichter, een opvolger of een externe directeur. De omzet en winst zakken net zo hard weg als bij niet-familiebedrijven.
Familiebedrijven zijn een belangrijke werkgever in Nederland. Volgens de meest recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zijn er meer dan 270.000 familiebedrijven. Die zijn goed voor bijna 2,5 miljoen banen en jaarlijks ongeveer 400 miljard euro aan omzet.