Factuur ingetrokken, toch tuchtzaak tegen accountant
Was de opdracht op schrift gesteld in plaats van alleen mondeling afgesproken, dan hadden beide partijen vrijdag niet in Zwolle gezeten, zo concludeerde in ieder geval de accountant aan het einde van de zitting.
Waar draaide de zaak om? De administratie van een bedrijf in graszoden bleek niet in orde. Zo werd de voorraadwaardering van de velden waar de grassen groeiden niet volgens de richtlijnen bijgehouden. Dus werd de hulp ingeschakeld van een RA. Die kreeg een mondelinge opdracht van een van de vennoten en ging aan de slag, met medeweten van de tweede vennoot, de klager van vrijdag. De adviezen van de RA werden opgevolgd. Maar toen hij zijn factuur naar de VOF stuurde, kreeg hij van de klagende vennoot nul op het rekest. Want voor wie werkte de accountant eigenlijk? Hij was immers de accountant van de BV van de andere vennoot. En dus moest de rekening naar diens bedrijf. Uiteindelijk werd de rekening gecrediteerd, maar volgens de klager was dat helemaal geen reden om ook de klacht in te trekken. ‘De accountant weet dat het niet juist is. Het gaat erom dat wat hij doet in strijd is met de wet. Het gaat om valsheid in geschrifte en oplichting’, meende de klager.
Volgens de klager hadden beide vennoten elk de bevoegdheid de VOF te binden aan opdrachten tot 10.000 euro. Maar het ging hier om een lopende opdracht. En daartoe was zijn mede-vennoot niet gemachtigd. Volgens de advocaat van de accountant had de klager een punt gehad als de factuur hoger was dan 10.000 euro. Maar dat was niet het geval. De medevennoot wist van het werk van de RA. De adviezen van de accountant zijn ook gewoon opgevolgd. Toen er ruzie ontstond over de factuur, besloot de RA – enigszins moedeloos geworden – deze te crediteren. Uit de vragenronde bleek al dat de opdracht niet op schrift was gesteld. En dat de accountant aanvankelijk alleen voor de BV van de ene vennoot werkte. De werkzaamheden betreffende de VOF boekte hij zo zodat deze apart in rekening gebracht konden worden. Zijn opdrachtgever had een deelneming van 50 procent in de VOF. ‘Hij wilde weten hoe die VOF er voor stond.’
De raadsvrouw van de beklaagde accountant vroeg zich af wat de klager nu eigenlijk wilde? De factuur was immers gecrediteerd. ‘Met excuses was de zaak afgedaan’, reageerde de klager. En de beklaagde? Die zei verzuchtend voortaan alle opdrachten op papier bevestigd te willen.
Vonnis over circa 15 weken.
(Zaaknr. 15/2265)
[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]