Exploderende AI-datacenterinvesteringen als nieuwe crisisbom

Hoge capex voor AI-datacenters drijft leningen op en kan financiële stabiliteit onder druk zetten.

De razendsnelle uitbouw van datacenters voor kunstmatige intelligentie levert nog geen winst op, maar brengt techreuzen als Amazon, Google, Meta en Microsoft wel tot historisch hoge uitgaven aan vaste activa. Twee jaar geleden gaven deze vier bedrijven gezamenlijk circa $40 miljard per kwartaal uit aan infrastructuur; inmiddels bedraagt dat bijna $100 miljard per kwartaal. De ‘capital-expenditures’ (Capex) van Microsoft en Meta bedragen meer dan een derde van hun omzet.

Econoom Noah Smith waarschuwt voor historisch vergelijkbare bubbelvorming. Grote investeringen in spoorwegen eind 19e eeuw en telecomnetwerken gingen ook vooraf aan kredietcrises, doordat aanbod de vraag overvleugelde en investeerders massaal faalden. In de huidige ­AI-context financieren techbedrijven hun datacenteruitbreidingen deels met leningen; banken en investeringsmaatschappijen staan klaar om te verstrekken.

Tussen 2013 en nu is het aandeel leningen aan investeringsmaatschappijen bij Amerikaanse banken gegroeid van 1 % naar 14 %. Mocht de vraag naar datacentercapaciteit stagneren, dan kan een plotselinge waardedaling van deze infrastructuurvoorzieningen leiden tot een kettingreactie in het financiële stelsel. Smith ziet parallellen met de huizenmarktcrisis van 2008: toen hypotheken in waarde kelderden, raakten banken wereldwijd verstrikt. Nu zouden leningen voor AI-datacenters een soortgelijke schok kunnen veroorzaken.

Hoewel AI een belangrijke groeimotor blijft, adviseert Smith om nú grenzen te stellen aan capex-financiering en scenario-analyses voor vraag- en kostenontwikkelingen strikt te monitoren. Zo kan misschien worden voorkomen dat de AI-hype de volgende financiële crisis ontketent.

Gerelateerde artikelen