5 Alternatieven voor de versoberde 30%-regeling
‘De geplande versobering van de 30%-regeling – een fiscale regeling die helpt buitenlands talent naar ons land te halen – is slecht voor de toekomst van Nederland.’ Dit blijkt ondernemersorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland uit een evaluatie van de regeling.
- Aantrekkelijkheid Nederland onder druk door versobering
- Evaluatie toont positief budgettair effect regeling
- Versobering schaadt innovatie en concurrentiepositie
Ingrid Thijssen, voorzitter van VNO-NCW, benadrukt het belang van de 30%-regeling voor het behoud van welvaart en goed betalende banen in Nederland. ‘Innovatieve bedrijven, groot en klein, zijn cruciaal voor onze economie. Zij concurreren wereldwijd om schaars toptalent, met name in technische vakgebieden. Ook andere landen hebben soortgelijke regelingen. De 30%-regeling is onmisbaar als we een kenniseconomie willen zijn. Zonder deze regeling worden we langzaam een museum.’ [Artikel gaat verder na de volgende advertentie]
Bepaal jij wat AI voor je doet, of bepaalt AI straks wat jij zult doen? Kom hierover in gesprek op 7 november met 300 vakgenoten en experts tijdens Leadership in Finance Summit 2024 in Amersfoort. Meld je nu gratis aan en ontdek hoe AI jouw rol van finance leader herdefinieert.
Ingrijpende daling aantal kennismigranten
De nieuwe evaluatie van SEO Economisch Onderzoek, uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Financiën, toont aan dat de instroom van kennismigranten in Nederland met 15-20 procent daalt als de regeling wordt versoberd. Bij volledige afschaffing verliest Nederland zelfs 30 tot 40 procent van de kennismigranten. Dit terwijl de evaluatie aantoont dat het budgettaire effect van de regeling positief is: de regeling levert Nederland meer op dan dat deze kost.
- Kenniswerkersregeling:
- Deze regeling stelt een salarisondergrens vast waaronder het niet is toegestaan voor mensen van buiten de EU om in Nederland te komen werken.
- Werkgevers kunnen kenniswerkers aantrekken door te voldoen aan de salariseisen en hen naar Nederland te halen.
- 30%-regeling:
- Deze regeling biedt fiscaal voordeel aan expats en kenniswerkers.
- Werkgevers kunnen maximaal 30% van het loon onbelast uitkeren als een belastingvrije vergoeding aan hun werknemers.
- Erkend referentschap:
- Om een niet-Europese kennismigrant naar Nederland te halen, moet de werkgever een erkend referent zijn bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
- Erkende referenten genieten voordelen, zoals snellere verwerking van aanvragen en minder bewijsstukken.
- Europese blauwe kaart:
- Voor hoogopgeleide immigranten met een diploma van minimaal 3 jaar is de Europese blauwe kaart een optie.
- Deze gecombineerde verblijfs- en werkvergunning is 4 jaar geldig en biedt intra-EU-mobiliteit.
- Verblijfsvergunning ‘zoekjaar hoogopgeleiden’:
- Na studie, promotie of onderzoek in Nederland kunnen hoogopgeleide immigranten gebruikmaken van deze vergunning om te werken.
Vestigingsklimaat verslechtert
De evaluatie wijst uit dat de versobering van de 30%-regeling het vestigingsklimaat minder aantrekkelijk maakt. Daarnaast heeft de maatregel een negatief effect op investeringen, de motor voor toekomstige groei. De evaluatie is ook kritisch over de vele aanpassingen in de regeling de afgelopen jaren, die voor onzekerheid zorgen bij bedrijven en werknemers.
Nederlandse regeling gemiddeld
Ten opzichte van andere onderzochte landen is het budgettair beslag van de Nederlandse 30%-regeling per gebruiker gemiddeld. De Nederlandse regeling is dus niet riant, zoals vaak wordt beweerd. [Artikel gaat verder na de volgende alinea]
Als toonaangevende bron voor financieel nieuws, financiële strategieën en inzichten in finance, helpt FM.nl financieel directeuren, hoger financieel management en CFO’s om voorop te blijven lopen. Schrijf u daarom nu in voor de FM-nieuwsbrief met al het relevante nieuws en unieke en inspirerende (netwerk)evenementen en volg ons op Linkedin.
Één Conclusie
Thijssen concludeert: ‘De evaluatie maakt duidelijk dat het afbouwen van de regeling de overheid per saldo meer geld kost dan het oplevert. Het is funest voor onze aantrekkelijkheid en toekomstige bedrijvigheid, en daarmee voor banen en belastinginkomsten. Dit komt op een moment waarin we al steeds verder achteropraken op het gebied van technologie en innovatie.’
Achtergrondinformatie
Momenteel kunnen buitenlandse technici en ander schaars talent dat niet beschikbaar is in Nederland, onder voorwaarden vijf jaar lang belastingvrij een vergoeding krijgen van maximaal 30% van hun loon. De Tweede Kamer heeft in het najaar besloten deze regeling ingrijpend te versoberen, nadat deze eerder ook al werd aangepast.
Telent is nodig
Het belang van internationaal talent voor Nederland kan niet worden onderschat. Bedrijven in sectoren zoals technologie, wetenschap en engineering vertrouwen op deze professionals om te innoveren en te concurreren op een wereldwijde schaal. Het aantrekken en behouden van dit talent is essentieel voor de economische groei en het concurrentievermogen van Nederland.
Reactie
Veel bedrijven en organisaties uiten hun bezorgdheid over de geplande versobering. Ze vrezen dat het moeilijker wordt om internationaal talent aan te trekken, wat een negatieve impact zal hebben op hun innovatiecapaciteit en concurrentiepositie. Dit kan op lange termijn leiden tot verlies van werkgelegenheid en economische achteruitgang.
Omringende concurrentie
In landen als Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk bestaan vergelijkbare regelingen die het aantrekkelijk maken voor buitenlandse werknemers om zich daar te vestigen. Deze landen profiteren van de aanwezigheid van hoogopgeleid talent en hebben daardoor een concurrentievoordeel. Nederland dreigt dit voordeel te verliezen als de 30%-regeling wordt versoberd.
Toekomst
De uitkomsten van de evaluatie zetten druk op de beleidsmakers om de voorgenomen versobering van de 30%-regeling te heroverwegen. Het behoud van een aantrekkelijk vestigingsklimaat en de stimulering van investeringen zijn cruciaal voor de toekomst van de Nederlandse economie. Beleidsmakers moeten zorgvuldig afwegen of de beoogde bezuinigingen opwegen tegen de potentiële economische verliezen.