Europees recht: ook vakantiedagen bij slapend dienstverband

Het is goed gebruik bij bedrijven om geen vakantiedagen toe te kennen over de periode dat een werknemer geen loon geniet. Dat is bijvoorbeeld het geval bij bepaalde vormen van verlof of ziekte. Dit staat zo in de wet (artikel 7:634 BW). Maar nu blijkt dat deze wet strijdig is met Europese regelgeving. Het risico bestaat dat alle werknemers die vrijgesteld zijn van loon door bijvoorbeeld ziekte of verlof, voortaan toch met succes vakantiedagen kunnen claimen.
Deze zaak is aan het rollen gekomen na een rechtszaak in augustus bij de rechtbank Arnhem. Een werknemer die de organisatie verliet na langdurig ziekteverlof, eiste bij de rechter alsnog niet genoten en uitgekeerde vakantiedagen. Dit op grond van de Europese Arbeidstijdenrichtlijn uit 2003.
Daarin staat dat het verwerven van een minimum van twintig vakantiedagen bij een fulltime dienstverband gekoppeld wordt aan het verrichten van arbeid, en niet aan de vraag of er ook recht is op loon.
Werkgeversvereniging AWVN meldt dat uit Europese jurisprudentie blijkt dat sommige situaties gelijkstaan aan het ‘verrichten van arbeid’. Dat geldt bijvoorbeeld bij zwangerschaps- en bevallingsverlof, de periode waarin een werknemer onterecht is ontslagen en de periode waarin werknemers hun arbeid niet verrichten vanwege ziekte, een slapend dienstverband.
Dat werknemers vanwege ziekte geen arbeid verrichten, staat volgens de Europese jurisprudentie opbouw van vakantiedagen volgens de Arbeidstijdenrichtlijn niet in de weg. Voor de kantorechter in Arnhem was dit in augustus reden om te stellen dat de koppeling tussen vakantiedagen met de aanspraak op loon in strijd is met Europees recht.
De rechter heeft geconcludeerd dat deze Europese richtlijn gevolgd moet worden en niet de bepaling uit het Burgerlijk Wetboek die werkgevers vrijstelt van vakantiedagen toekennen als er geen loon wordt betaald.
Toch denkt het kabinet niet dat werkgevers die geen loon genieten straks massaal vakantiedagen moeten krijgen. Dat denkt tenminste de staatssecretaris van SZW, die onlangs Kamervragen heeft beantwoord over deze kwestie. De staatssecretaris denkt dat de kwestie in Arnhem op zichzelf staat en geen aanleiding geeft om te denken dat elk slapend dienstverband recht geeft op vakantiedagen.
Volgens de staatssecretaris is duidelijk dat de Europese richtlijn bedoeld is voor de situatie dat er werk is of wordt verricht. “De richtlijn stelt immers minimumvoorschriften op het gebied van veiligheid en gezondheid bij de organisatie van
de arbeidstijd. Het gaat dan bijvoorbeeld om dagelijkse rusttijd en de jaarlijkse vakantie. Het belang van hersteltijd voor werknemers staat daarbij centraal. Uit de richtlijn blijkt niet dat hiermee ook is bedoeld om regels te stellen met betrekking tot de opbouw van vakantierechten van werknemers van wie (na tenminste twee jaren) arbeidsongeschiktheid de loondoorbetalingsperiode bij ziekte is verstreken.”
AWVN wijst er echter op dat het al de tweede keer dat een lagere rechter oordeelt dat artikel 7:634 BW in strijd is met Europees recht. Ook in de juridische literatuur wordt al langer gewezen op de strijdigheid van artikel 7:634 BW met Europees recht. Maar, zo besluit AWVN, het is straks aan de hoogste rechter om hier een definitief oordeel over uit te spreken.
Mogelijk moeten werkgevers ook vakantiedagen toekennen bij een slapend dienstverband, zo blijkt uit een rechtszaak in Arnhem.