EU steeds meer invloed op IFRS
De Europese Unie (EU) is de afgelopen decennia een drijvende kracht geweest achter de ambitie om tot wereldwijd geaccepteerde financiële verslaggevingsstandaarden (IFRS) te komen. Inmiddels vereisen 144 landen IFRS voor beursgenoteerde ondernemingen, waarbij er slechts een beperkt aantal voorbeelden zijn waar individuele landen van afwijken. In de huidige goede en steeds betere vergelijkbaarheid van jaarrekeningen schuilt ook de kracht van IFRS voor beleggers. Eumedion vindt dat dit zo moet blijven, zo blijkt uit haar vandaag ingediende reactie op de Europese consultatie over een mogelijke hervorming van de Europese verslaggevingsregels.
Tot veler verrassing verkent de Europese Commissie in de consultatie opnieuw het idee om IFRS in de EU naar eigen inzicht aan te kunnen passen, de zogenoemde ‘carve ins’. Het idee van ‘carve ins’ is al eerder uitgebreid onderzocht en verworpen. Zowel in 2013 tijdens een onafhankelijke evaluatie van 10 jaar IFRS in de EU als in 2015 met een evaluatie door de Europese Commissie zelf.
De EU heeft de afgelopen jaren juist steeds meer invloed gekregen op IFRS, onder meer vanwege het huidige goedkeuringsproces van nieuwe IFRS standaarden: of een standaard wordt in zijn geheel overgenomen, of in zijn geheel niet overgenomen. 'Carve ins' verstoren deze invloed, omdat de EU eventuele wensen dan altijd alsnog zelf kan regelen. De hoop op wereldwijd geldende IFRS’en is dan toch al vervlogen. Ondertussen biedt de mogelijkheid van 'carve ins' eventuele belangengroepen alle gelegenheid om uitgebreid te lobbyen voor uitzonderingen en gelegenheidsaanpassingen. Transparantie, onderlinge vergelijkbaarheid van jaarrekeningen en een getrouwe weergave van de financiële situatie van een onderneming zijn met 'carve ins' dan ook niet gediend, aldus Eumedion.