Een derde bbp komt van export
De export van goederen en diensten leverde Nederland in 2018 een derde van het bruto binnenlands product op. Aan de export van goederen en diensten naar Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en België verdiende Nederland het meest. Zo meldt het CBS vandaag.
Nederland voerde in 2018 voor 653 miljard euro aan goederen en diensten uit. Ruim 262 miljard daarvan is toegevoegde waarde die is gecreëerd in Nederland, de exportverdiensten. De overige 390 miljard gaat naar toeleveranciers in het buitenland, als betaling voor ingevoerde grondstoffen, halffabricaten of diensten die nodig waren in de Nederlandse productie voor de export. In 2018 kwam daarmee ongeveer een derde (33,9 procent) van het Nederlandse bbp tot stand door de export.
Van de bruto uitvoerwaarde van 653 miljard euro bestond bijna driekwart (487 miljard) uit export van goederen, inclusief wederuitvoer, en een kwart (166 miljard) export van diensten. De export van diensten is goed voor 13,6 procent van het Nederlandse bbp, de export van goederen van eigen makelij 15,9 procent, en de wederuitvoer 4,4 procent.
De top tien is goed voor zo’n twee derde van alle export. De EU en Zwitserland zijn 8 van die 10 grootste exportmarkten. De VS en China maken de top 10 compleet, maar nemen samen minder af dan België. Duitsland is de onbetwiste nummer 1, met 6,5 procent van het bbp. De top 5 bestaat verder uit het Verenigd Koninkrijk (3,6 procent), België (3,0 procent), Frankrijk (2,3 procent) en de Verenigde Staten (2,2 procent). Binnen de verdiensten aan Duitsland speelt de wederuitvoer een relatief grote rol. Dit betreft bijvoorbeeld smartphones, speelgoed en kleding die vanuit China via ons land naar Duitsland gaan. Bij verder weggelegen exportbestemmingen zoals China en de Verenigde Staten, is de bijdrage van de wederuitvoer aan de Nederlandse exportverdiensten klein.
(bron: CBS)