Duurzaam bankieren
Naast Triodos is er natuurlijk de ASN Bank, de voormalige Algemene Spaarbank voor Nederland, ooit opgericht door de voorloper van de FNV. Al sinds begin jaren zestig leent deze bank alleen geld uit aan maatschappelijk verantwoorde bedrijven en activiteiten.
Ontwikkelingsbank Oikocredit begon in 1975 met financiele steun aan projecten in derdewereldlanden, en heeft zich gespecialiseerd als verstrekker van microkredieten. Maar de vermogende wereldverbeteraar hoeft zich niet tot deze drie relatief kleine bankjes te beperken. Zo ongeveer de hele financiele sector is de afgelopen jaren met het duurzaamheidsvirus besmet.
Bijna iedere bank of verzekeraar biedt duurzame spaarproducten, klimaatvriendelijke obligaties en armoedebestrijdende beleggingsfondsen. Bij ING kun je terecht voor het Duurzaam Rendement Fonds. De Postbank verkoopt het Groenrentecertificaat. Rabobank doet in Groen Obligaties. AEGON biedt beleggers het Duurzaam Aandelenfonds.
Bij Robeco heet dat Duurzaam- Aandelen (zonder spatie, want dat is hip). Delta Lloyd doet in het Water & Climate Fund. En bij Fortis dachten ze met OekoWorld Future Vision Classic een aansprekende fondsnaam te hebben bedacht – ze vergissen zich wel vaker bij de Belgische bank. Zo veel verantwoordelijkheidsgevoel, zo veel liefde voor natuur en klimaat en zo veel passie voor de maatschappij, je zou er tranen van in je ogen krijgen. Maar uiteraard is er ook een puur financiele reden voor de hausse aan deugdzame spaar- en beleggingsproducten. Sinds 2001 vallen groene en ‘sociaal-ethische’ beleggingen onder de belastingregeling voor maatschappelijke beleggingen.
Ze zijn daardoor vrijgesteld van de vermogensrendementsheffing in box 3 (er geldt wel een maximum van ruim 50 mille). Daarbovenop geldt er voor een deel van de duurzame investeringen nog een extra heffingskorting in dezelfde box van 1,3 procent van de maatschappelijke belegging. De overheid kent de burger. Het geweten van de Nederlander spreek je nog altijd het beste aan via de portemonnee. Wie goed doet, goed ontmoet, zegt de spaarder tegen de belegger, en samen storten ze lachend hun geld in het OHRA Milieutechnologiefonds, het ASN-Novibfonds of op de Triodos Kip-en-Ei Rekening.
Tenminste, dat was zo in de tijd dat spaarders en beleggers nog konden lachen. Sinds in de zomer van 2007 de kredietcrisis losbrak, is de lach veranderd in een grimas. En toen in de herfst van dit jaar banken weigerden nog langer geld aan elkaar te lenen en de crisis dreigde af te glijden naar een ware financiele meltdown, werd de grimas een blik van totale paniek.
DAPPER
Duurzaamheid en verantwoord ondernemen krijgen door de crisis een heel nieuwe lading. Een bank die midden in de crisis gewoon blijft bankieren, die is pas maatschappelijk verantwoord bezig. Geld blijven uitlenen aan bedrijven, terwijl alle andere banken alleen maar denken aan het spekken van de balans en als broedse kippen op hun gouden eieren blijven zitten. Het interbancaire geldverkeer op gang helpen door de boeken te openen voor andere banken en volstrekte openheid te geven over risicovolle investeringen.
Deals maken met andere banken die dat ook doen, om zo uiteindelijk een soort tweede, transparante geldmarkt te creeren. Creatief meedenken over oplossingen, de nek uitsteken, verder denken dan het kortetermijnbelang van de eigen bank en op zoek gaan naar nieuwe antwoorden en nooit geprobeerde oplossingen vanuit de sector zelf in plaats van wachten op miljardensteun van de overheid. We hebben er de afgelopen maanden bijzonder weinig van gemerkt. Er zijn gedurende deze crisis in de bankensector nog geen grote helden opgestaan.
Men heeft lafjes afgewacht hoe de politiek de zaak weer vlot trok. En op de belastingbetaler die zuchtend zijn portemonnee trok. Doe mij maar een Duurzaam Dapper Bankenfonds, dat investeert in financiele bedrijven met lef, die over hun eigen schaduw durven te kijken. Ik steek er m’n geld graag in. Althans, dat wat daar nog van over is.
MATHIJS BOUMAN is financieel-economisch journalist