‘Don’t imitate, innovate’. Innovatie is het nieuwe toverwoord.

Innovatie is het nieuwe toverwoord. Daar hangt onze toekomst van af. Het gebrek eraan verklaart de duur en diepgang van de economische dip. Maar innovatie is niet gemakkelijk. Het lijkt een onbeheersbaar proces, meer geluk dan wijsheid. Toch is dit beeld pessimistisch.

In Lissabon hebben de politieke leiders van de lidstaten afgesproken dat Europa binnen afzienbare tijd de meest concurrerende kennisregio in de wereld moet worden. Zelfs in politiek Den Haag wordt in een innovatieplatform nagedacht over het stimuleren van vernieuwing. Ook in de reguliere berichtgeving in kranten en tijdschriften komt vrijwel dagelijks het signaal door dat de Nederlandse economie alleen kan overleven als ‘wij’ innoveren.

De druk op de leiders van ondernemingen wordt opgevoerd. Voelde u in het verleden alleen financiële druk om te vernieuwen, innovatie is immers de omzet van de toekomst, nu komt daar sociale druk bij: ‘onze’ manier van leven komt in gevaar als ‘u’ niet innoveert.

Ik moet daarbij denken aan die grote, dikke en vooral norse vrouw die tegen haar kleine, magere en schlemielige man zegt: “Jij moet mij meer domineren!” Innovatie is immers moeilijk. Hard werken en je best doen is niet genoeg. Er zit altijd een creatieve kern in, een moment van genialiteit dat niet ‘naar voren gehaald’ kan worden. Innovatie is niet af te dwingen.

VELE GEZICHTEN
Is dat zo? Dat hangt af van de definitie van innovatie. In de gedachtegang van de meeste Nederlanders zal innovatie snel verbonden worden met ICT, biotechnologie en elektronica. Vanuit die optiek lijkt het mij niet zinvol om tegen de groep stamcelonderzoekers van het bekende Hubrecht Laboratorium van de Universiteit Utrecht te zeggen dat ze binnen de huidige begrotingscyclus met een injectie tegen diabetes moeten komen.

In feite is innovatie veel breder. Het gaat om het vinden, invoeren en verkopen van nieuwe oplossingen voor nieuwe én oude vraagstukken. Zo is de Senseo een innovatie en ook de Cool Skin, hoewel geen van beide in technologisch opzicht een voorbeeld is van grensverleggende fysica. Ook twee andere vormen van innovatie schieten me te binnen: Dell Computers en Toyota, voorbeelden van innovatie op organisatorisch vlak met een enorme economische impact.

Maar ook al beperken we innovatie tot productontwikkeling, dan nog is innovatie minder moeilijk dan vaak wordt gedacht. In mijn beleving worden in vrijwel elk bedrijf regelmatig nieuwe ideeën geboren. Het probleem is echter dat deze suggesties niet verder komen.

Dit is wel eens omschreven als de kennisparadox: er zijn voldoende ideeën en hoogwaardige kennis aanwezig, maar die vinden te weinig hun weg naar commerciële toepassingen. Dat kan het gevolg zijn van een ‘business-as-usual’ cultuur, waarin gezonde nieuwsgierigheid wordt afgestraft en thinking-out-of-the-box wordt gepareerd met ‘doe maar gewoon, dan…’

Ik zag daar laatst een prachtig voorbeeld van. Midden in de kantoortuin van een klant stond een grote agressieve papiervernietiger. Het personeel had net boven de inlaadklep een sticker geplakt met de tekst ‘Ideeënbus’.

COMMUNICATIE EN ORGANISATIE
Maar het kan ook anders. Ik heb een CFO van een onderneming in de chemie de maandelijkse sales & operations meeting zien staken omdat de salesmanagers te veel nieuwe productvoorstellen lanceerden en nergens anders meer over wilden praten.

Terughoudendheid tegenover vernieuwingsvoorstellen kan ook een gevolg zijn van onze governance-filosofie. De angst voor (negatieve) verrassingen zit er zo goed in dat we de teugels van onze control strak aangetrokken hebben. Met name de spelers op het middenveld laten, uit angst om hun basisplaats te verliezen, alleen ballen door die vrijwel zeker de spits bereiken. Het spel wordt daarmee uitermate voorspelbaar en kwetsbaar.

Soms kom je oplossingen tegen die eenvoudig en doeltreffend zijn. De CEO van een grote pensioenverzekeraar heeft een speciaal e-mailadres opengesteld voor innovatieve ideeën. Elke indiener krijgt binnen 24 uur antwoord en waardevolle voorstellen worden binnen een week beloond met een ontwikkelingsbudget.

Een ander idee komt van het Innovatieplatform. Het betreft het aanstellen van een zogenaamde innovation-officer. De bedoeling is dat de honderd grootste bedrijven van Nederland een innovation-officer aanstellen die één middag in de maand luistert naar de voorstellen van (techno)starters en MKBondernemingen. Als het voorstel in goede aarde valt, stelt het grote bedrijf zijn netwerk open voor de starter. Een interne innovationofficer is natuurlijk ook mogelijk.

De kern moge duidelijk zijn: lang voordat innovatie echt grensverleggend en onbeheersbaar wordt, zijn er nog (stuw)meren van onontdekte mogelijkheden voorhanden. Een prachtige ingang in deze wonderwereld van ‘nieuwe groei’ is het nieuwe boek van Christensen en Raynor¹.

1) C.M. Christensen & M.E. Raynor, The Innovator’s Solution: Creating and Sustaining Successful Growth, Harvard Business School Press, 2003.

Prof.dr. A.N.A.M. Boons RA is hoogleraar financieel management aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en organisatieadviseur bij Deloitte Management Consultants

Gerelateerde artikelen