DNB: hogere dekkingsgraad kan pensioenfondsen ontregelen

Vijftig pensioenfondsen klaar voor invaren in nieuw pensioenstelsel

Tot aan het jaareinde verwacht DNB (De Nederlandsche Bank) zo’n vijftig nieuwe invaarmeldingen te ontvangen, voornamelijk van fondsen die in 2027 beogen in te varen. Ze hebben de dekkingsgraden mee, die bij veel pensioenfondsen zijn gestegen. Maar DNB heeft toch een paar aandachtspunten voor deze pensioenfondsen.

Voor een pensioenfonds dat van plan is om de standaardregel toe te passen bij een relatief hoge dekkingsgraad, is belangrijk om zeker te stellen dat de transitie-effecten hiervan nog steeds aansluiten bij de beoogde invaardoelen.

De standaardregel bij pensioenfondsen is een rekenregel die wordt gebruikt binnen het huidige financieel toetsingskader (FTK) om te bepalen of een pensioenfonds toeslagen (indexaties) mag verlenen aan pensioenen en aanspraken, en hoeveel risico het mag nemen met beleggingen.

Bij hogere dekkingsgraden kan de standaardregel leiden tot materiële negatieve dan wel positieve aanvullende waarde-effecten, aldus DNB. Door bewust te zijn van deze effecten kan een pensioenfonds tijdig bezien of deze effecten zijn beoogd en of het nodig is alternatieve invaarkeuzes af te wegen. Een alternatief binnen de standaardmethode is bijvoorbeeld het verlengen van de spreidingstermijn van de standaardregel.

Daarnaast is bij een hogere dekkingsgraad van belang dat een pensioenfonds aandacht heeft voor de verkende dekkingsgraad-scenario’s ten behoeve van de “complete besluitvorming”. Het kan nodig zijn om de besluitvorming te expliciteren bij een hoger dekkingsgraadscenario dan eerder is uitgewerkt, aldus DNB.

De wetgeving vraagt van pensioenfondsen dat de besluitvorming voor redelijkerwijs voorzienbare omstandigheden concreet is uitgewerkt, zodat geen nadere besluitvorming nodig is. Dit voorkomt dat er vlak voor invaren nog een ander invaarbesluit genomen moet worden.

DNB raadt pensioenfondsen ook aan om kennis te nemen van de good practices. Uit de beoordeling van invaardossiers blijkt dat de onderbouwing van de evenwichtige belangenafweging vaak de meeste tijd kost om te beoordelen.  Om de beoordelingstermijn te verkorten helpt het als een fonds zelf al kritisch naar de plausibiliteit van de berekeningen heeft gekeken en de borging hiervan inzichtelijk kan maken.

Gerelateerde artikelen