DNB: Geen nieuwe steunpakketten nodig
Bij het herstel blijft de toename van de werkloosheid na het wegvallen van de steunpakketten van de overheid waarschijnlijk beperkt. De Nederlandsche Bank (DNB) denkt daarom dat het nieuwe kabinet niet meer met nieuwe maatregelen hoeft te komen om het economisch herstel te stutten.
Volgens DNB-directeur Olaf Sleijpen zijn de economische gevolgen van de coronapandemie in eerdere ramingen steevast overschat, ondanks de forse krimp in 2020. Hij constateert dat de vooruitzichten er nu weer goed uitzien. Waarschijnlijk groeit de economie dit jaar met drie procent. Volgend jaar zou de groei versnellen tot 3,7 procent en in 2023 weer op een wat normaler tempo van 1,9 procent uitkomen.
Nederland profiteert onder meer mee van het flinke steunpakket waarmee de Amerikaanse president Joe Biden is gekomen. Sleijpen denkt verder dat de particuliere consumptie weer zal aantrekken als de pandemie voorbij is.
De econoom merkt ook op dat er in de becijferingen is gewerkt met de veronderstelling dat de contactbeperkende maatregelen tot het einde van het jaar geleidelijk worden versoepeld. Dit is in lijn met aannames uit de prognoses van de Europese Centrale Bank (ECB). Maar als alles sneller gaat, dan zou dat dus een meevaller betekenen en zou Nederland nog krachtiger herstel kunnen laten zien.
DNB denkt dat de werkgelegenheid aanvankelijk licht zal afnemen als de overheidssteun na het derde kwartaal van dit jaar wordt afgebouwd. Maar deze dip is waarschijnlijk van korte duur en in de loop van 2022 zou er weer veel werk bij moeten komen.
Dat laatste is natuurlijk positief, maar betekent ook dat de werkloosheid zal oplopen. Doordat banen dan makkelijker te vinden zijn zullen meer mensen zich melden op de arbeidsmarkt, wat tijdelijk zorgt voor een sterkere groei van het aantal mensen dat werk zoekt. Het gaat bijvoorbeeld om jongeren die eerder vanwege de crisis besloten nog een jaar langer door te studeren.
Dit jaar zit volgens DNB circa 3,6 procent van de beroepsbevolking werkloos thuis. Volgend jaar gaat het waarschijnlijk om 4,5 procent. Door het verdere economische herstel daalt de werkloosheid daarna weer, tot 4,1 procent in 2023. Natuurlijk zal de situatie per sector verschillend uitpakken, maar een massale faillissementengolf na het einde van de steunmaatregelen hoeft Nederland volgens Sleijpen niet te verwachten.
Door de gunstige ramingen ligt overheidsbeleid gericht op herstel van de conjunctuur dan ook minder voor de hand, concludeert de econoom. Ook de overheidsfinanciën zullen volgens hem onder controle blijven en bezuinigingen vindt hij op dit moment niet nodig. Wel is het volgens de DNB-directeur zaak dat een nieuw kabinet meer structurele uitdagingen oppakt, die al voor de coronapandemie aan de orde waren. Dat zijn volgens hem de overgang naar duurzame energie, de knelpunten op de woningmarkt en de “doorgeslagen flexibilisering” op de arbeidsmarkt.