Dga’s betalen zichzelf minder dan wat wettelijk moet

Directeuren-grootaandeelhouders geven lagere belastbare salarissen voor zichzelf op dan wat wettelijk is voorgeschreven. De Belastingdienst controleert daar nauwelijks op. Daarover schrijft het FD. Van de circa 330.000 dga’s gaf veertig procent in 2023 een loon op dat lager was dan het minimum dat ze moeten opgeven volgens de regels.

Volgens de zakenkrant stellen dga’s hun salaris zo vast dat dit fiscaal het meest gunstig uitpakt in plaats van de regels te volgen. De Belastingdienst controleert hier nauwelijks op.

Volgens de regels moet een dga  zichzelf ten minste 56.000 euro als forfaitair bedrag uitkeren. Is het loon van de meestverdienende werknemer binnen de BV meer dan dit, dan moet de dga dat ook minimaal aan zichzelf betalen. Verder moet de dga 75 procent verdienen van het loon voor het meest vergelijkbare dienstverband in de markt.

Volgens het FD stellen dga’s die een belastbaar loon opgeven tot 70.000 euro per jaar, hun eigen inkomen tussen de 7000 en 20.000 euro lager vast dan volgens de regels zou moeten. De totale belastbare loonsom van de groep dga’s als belastingplichtigen blijft hierdoor twintig procent achter bij wat zou mogen worden verwacht.

Een deel van de dga’s die onder de ondergrens zit, is net gestart met het bedrijf. Verder zegt driekwart met een salaris onder het minimum in deeltijd te werken. Op basis van statistieken over deeltijdwerk vermoeden de onderzoekers dat veel van deze deeltijders meer uren werken dan zij bij de fiscus opgeven.

De te laag opgegeven lonen leiden er overigens toe dat de opbrengsten van andere heffingen dan de loonbelasting hoger uitvallen. De achterwege gebleven loonkosten leiden tot hogere bedrijfswinsten.