Column: Over ademnood (van Philips) – deel I

Philips wordt van 'holding company' een 'operating company. CEO wordt opgeroepen om belangrijke keuzes

Darwins grootste verdienste was dat hij een aannemelijk natuurwetenschappelijk verklaringsmodel introduceerde voor de biodiversiteit; daarin wees hij op het cruciale belang van variabiliteit (natuurlijke selectie) en verandering. Kortom: competitie is een niet te ontkennen en een evenmin te onderschatten factor in deze wereld. Dat geldt voor dieren en planten, maar evenzeer voor mensen.

En zeker ook voor ondernemingen (al had Darwin het daar niet over). Graag wil ik hier wijzen op de beperkte, en zeker te relativeren toepasbaarheid van dit soort theorieën op organisatieontwikkeling en ondernemingsstrategie. Het tempo van organisatieontwikkeling is van een geheel andere orde dan aan Darwin zou kunnen worden ontleend. En het bestaan van ‘reële opties’ geeft ondernemingsstrategie geheel andere dimensies dan een biologische overlevingsstrategie.
Maar dan moet je daar wél wat mee doen…

Philips moest én moet zich steeds opnieuw uitvinden. Een belangrijk verschil met vroeger is dat Philips de fundamentele verandering heeft doorgemaakt van ‘holding company’ tot ‘operating company’ – bestuur en toezicht staan nu direct in contact met de (medical) business, zitten veel dichter op de cultuur. En kunnen veel strakker worden aangesproken op de realisatie van genomen beslissingen. Geen conglomeraat meer, maar een high tech zorgtechnologie bedrijf

Ooit was Philips een sterk gediversifieerde onderneming, met meer dan de helft van de omzet in volwassen markten, zonder de gewenste schaalgrootte. Philips blonk nergens écht in uit. Het sterkste punt was het merk Philips – maar als je dat niet goed ‘laadt’, dan verbleekt ook dat snel. Het kost veel om bedrijven tot een succes te maken én te houden. Het blijkt dat conglomeraten daar niet heel goed in zijn. Zie daar de benodigde grote verbouwing van Philips. Een ‘darwinistische’ beweging…
Na wasmachines, wereldontvangers, beeldbuizen en televisies, gloeilampen, stereotorens, e tutti quanti, nam Philips ook afscheid van Senseo apparaten, strijkijzers en stofzuigers. Het verkocht de tak Huishoudelijke apparaten aan Hillhouse Capital. Het was het sluitstuk van een lange geschiedenis van afstoten en opsplitsen.

Met ‘Operatie Centurion’ onder Jan Timmer begon Philips aan een ingrijpend afslankingsprogramma, onder Cor Boonstra doorgezet richting medische technologie. Polygram werd verkocht in 1998, en vrij recent was de afsplitsing van de oorspronkelijke ‘bron’: de lichtdivisie in 2016 (nu acterend onder de naam Signify). De halfgeleider divisie van Philips, in 2006 verzelfstandigd als NXP Semiconductors, is succesvol als chipleverancier aan o.a. de auto-industrie. En met afstand de succesvolste afsplitsing uit Philips was in 1995, toen ASML, fabrikant van lithografiemachines, naar de beurs ging.

Zoals voormalig CEO Frans van Houten stelt: ‘Bedrijven moeten keuzes maken. Misschien is dat zelfs wel een maatschappelijk belang. Nederland is beter af met meerdere onafhankelijke, goed presterend ex-Philips bedrijven, dan met een matig succesvol conglomeraat’.
Om de barbaren niet uit te nodigen is Philips blijven hameren op het verbeteren van de financiele prestaties – ‘Transform and perform’. Waarvan akte.
Tot voor kort…

Bijna drie jaar geleden meldde Philips  voor het eerst problemen met ‘een component’ van zijn apparaten tegen slaapapneu – een kwestie die nog immer niet is opgelost en eerder groter lijkt te worden dan kleiner. En dit alles had een desastreuze impact op de koersontwikkeling van het aandeel Philips.

De beurskoers van Philips had de laatste tien jaar tot de apneu crisis de AEX constant en ruim verslagen. Het waardepotentieel in een decennium zichtbaar gemaakt. Met een fraai staaltje portfolio management. Gestart toen de koers laag stond, en er dreiging was van activistische aandeelhouders.
En nu: van bijna € 60 ooit, naar minder dan € 20 recent. Au.

Topman Jakobs is nu ruim één jaar CEO van Philips. Het apneudossier trekt zowat alle aandacht, maar de problemen zijn veelzijdiger én groter.
Tijd voor keuzes – en geen tijd om weg te kijken.

Je kunt niet – op straffe van obsoleetheid – van je toekomst wegrennen… dan kom je in ademnood.

(wordt vervolgd)