De ongemakkelijke waarheid over de Pandora Papers
Wereldwijd heeft de publicatie van de Pandora Papers geleid tot publieke verontwaardiging over de ‘moraal’ van al deze mensen waaronder Wopke Hoekstra en senior bankers bij o.a. ABN Amro, mijn ex-werkgever. Inclusief en wat er ‘moet’ worden gedaan aan ‘offshore bankieren’ zoals het officieel wordt genoemd in zogenaamde ‘belastingparadijzen’, waaronder in Nederland en vele exotische locaties wereldwijd.
In dit artikel deel ik mijn persoonlijke ervaringen van 2001 tot 2011 en tot op de dag van vandaag en de ongemakkelijke waarheid over offshore bankieren en ‘onderzoeksjournalistiek’.
Niemand vindt het leuk om te veel belasting te betalen
Sinds offshore bankieren door de Nederlanders op Curaçao is uitgevonden tijdens de Gouden Eeuw, is het gebruik van corporate en private juridische structuren een integraal onderdeel geworden van het wereldwijde financieel-economische systeem zoals we dat vandaag de dag nog steeds kennen.
Er zijn altijd verschillen geweest in verschillende soorten belastingen in verschillende landen over de hele wereld, ook binnen de Europese Unie. In veel gevallen is deze ‘offshore banking’-industrie voor bedrijven en private banking klanten van cruciaal belang voor de lokale economie van het betreffende land in termen van werkgelegenheid en lokale belastingen, zoals bijvoorbeeld het geval is in landen als Luxemburg, Noord-Ierland (Dublin) en exotische locaties zoals de Kaaimaneilanden en de Maagdeneilanden. Hetzelfde geldt voor de V.S. trouwens: veel internetbedrijven zijn gestructureerd in Delaware…….
Mijn eerste contact met deze vreemde ‘offshore banking’-industrie was toen ik in 2001 begon te werken voor ABN Amro Trust. Kort daarna vonden 9/11 en de War on Terror plaats en dat resulteerde in een focus op terrorismefinanciering en antiwitwaswetgeving wereldwijd.
Ik ontdekte toen (lees ‘Lege kamers’ in ‘Dagboek van een bankier’ uit 2014…..) de vreemde wereld van verschillende soorten corporate en private structuren wereldwijd. Waaronder voor de financiering van films en het betalen van acteurs, privéstructuren van gerenommeerde musici en artiesten, van leden van koninklijke families (waaronder enkele die ‘ontdekt’ werden in de Pandora-Papers) en van vele, om niet te zeggen de meeste internationale corporates.
En ik leerde over het ‘waterbed-principe’: als je wetten in het ene land verandert, verhuizen de klanten naar andere structuren in andere landen of ontstaan er nieuwe structuren in andere landen. En in veel gevallen (zoals bij terrorismefinanciering) werd en wordt contant geld en digitaal geld omgezet in beroemde schilderijen, goud, zilver en onroerend goed. Met complexe, geneste structuren in verschillende jurisdicties en over jurisdicties heen die bijna onmogelijk te ontrafelen waren en zijn.
Het voordeel van deze functies was dat ik vele exotische locaties over de hele wereld mocht bezoeken voor ‘adresverificatie’. Maakte het verschil? Natuurlijk niet. Maar het was leuk om te doen en ik leerde veel over hoe ons huidige financieel-economische systeem werkte en nog steeds werkte.
De ongemakkelijke waarheid over de Pandora Papers
De ongemakkelijke waarheid over de Pandora Papers is dat de meeste corporates en multinationals wereldwijd en veel private banking klanten wereldwijd zijn en nog steeds worden geadviseerd om verschillende soorten offshore corporate en private juridische entiteiten op te richten om zo min mogelijk verschillende soorten belastingen te betalen in de EU en over de hele wereld. Ook bij de aanschaf van software door grote bedrijven bijvoorbeeld: het btw-verschil tussen de ene jurisdictie en de andere kan voor aandeelhouders een enorm verschil maken in de winst- en verliesrekening van elke onderneming en multinational.
Offshore bankieren en belastingoptimalisatie in het algemeen is, of we dat nu leuk vinden of niet, een integraal onderdeel van ons huidige wereldwijde financieel-economische systeem. Echte professionele onderzoeksjournalisten zouden daarom moeten uitleggen hoe het huidige financieel-economische systeem integraal werkt en hoe moeilijk het is om het huidige mondiale financieel-economische systeem te veranderen als dat al mogelijk is (ik denk persoonlijk van niet om eerlijk te zijn). ‘Normale’ mensen betalen belasting, en veel internationale en nationale bedrijven en vermogende particulieren doen dat niet of zo min mogelijk.
Maar veel politici en mainstream journalisten willen die boodschap niet geven. Omdat ze zouden moeten toegeven dat Internet niet te reguleren is en dat ‘belastingoptimalisatie’ een integraal onderdeel is van ons huidige onhoudbare financieel-economisch systeem. En dat er wereldwijd altijd verschillen zullen zijn in belastingregimes.
Je hoeft alleen maar te kijken naar alle nieuwe faciliteiten die het Verenigd Koninkrijk ‘offshore’ heeft gecreëerd ter voorbereiding van de Brexit, wat China doet en wat veel nationale overheden doen om datacenters van grote bedrijven als Google en Microsoft en magazijnen van Amazon.com aan te trekken binnen de grenzen van hun eigen land of provincie.
Ben ik een pessimist? Nee, ik ben een realistische optimist. Als je complexe systemen wilt veranderen, moet je eerst op een holistische manier uitleggen hoe ze werken in plaats van je te concentreren op incidenten en symptomen en op individuen.
Door Tony de Bree. Hij is auteur van ‘Groeien zonder te groeien. Succesvol ondernemen in de betekeniseconomie’ en ‘De scale-up blueprint’. Sinds 1997 spot hij succesvol bedrijven als Amazon, Bol, ASML, IKEA en PayPal. Hij is ICT-lid in RvC’s en werkte bij ABN AMRO, als Dragon bij corporate venturing en als global splitsingsmanager KYC.