De industrie ziet het weer zitten bij groeiende economie
Het vertrouwen van Nederlandse fabrikanten is in oktober verder toegenomen tot het hoogste niveau in 2,5 jaar. Producenten in de industrie zijn volgens het CBS vooral positiever over de verwachte bedrijvigheid. Daarnaast zijn ze minder negatief over de voorraden gereed product en hun orderportefeuille.
De index die het vertrouwen meet steeg naar min 0,8 van min 1,6 in september. Het producentenvertrouwen ligt daarmee boven het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar van min 1,3. Het vertrouwen bereikte in oktober 2021 de hoogste waarde (plus 10,4). In april 2020, tijdens het begin van de coronapandemie, werd de laagste waarde (min 31,5) genoteerd.
Het optimisme houdt gelijke tred met de groei van de Nederlandse economie. Die heeft in het afgelopen derde kwartaal een groeiversnelling doorgemaakt. De stijging van het bruto binnenlands product (bbp) met 0,4 procent is de grootste toename sinds eind vorig jaar, meldt het CBS op basis van een eerste berekening. In het laatste kwartaal van 2024 was er een groei van 0,5 procent, de afgelopen twee kwartalen van 0,3 procent.
“Dit is een positieve verrassing”, reageert CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen. “De meeste banken en ook ikzelf gingen uit van een heel klein plusje, maar eigenlijk is dit een best goed cijfer. Dit is het achtste kwartaal van groei op rij en 0,4 procent is daarbij precies het gemiddelde. Als de economie een jaar lang op dit tempo groeit, betekent dat toch een groei van 2 procent. Dat is voor een welvarend land met een heel hoog bbp lang niet slecht.”
In de industrie is het producentenvertrouwen in ruim de helft van de branches verbeterd. Producenten in de overige industrie, waaronder de reparatie en installatie van machines en de meubelindustrie, zijn het meest positief. Fabrikanten in de elektrotechnische en machine-industrie zijn het meest negatief.
Het CBS meldt verder dat de benutting van machines en installaties in de industrie bij aanvang van het vierde kwartaal van 2025 is uitgekomen op 77,2 procent. Dat is lager dan de bezettingsgraad van 77,7 procent een kwartaal eerder, maar nog wel iets hoger dan een jaar geleden (77,1 procent). (ANP)