Controlerend accountant niet in-control
Een serie blogs over control.
BLOG – Ze zullen wel slecht geslapen hebben de afgelopen week. Op 14 januari krijgen de Big Four een flink pak slaag van Ada van der Veer. Zij heeft de afgelopen vijf jaar onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de controlerend accountant. Onder haar leiding had de Monitoring Commissie Accountancy een vernietigend oordeel: Bagger, de accountant doet zijn werk niet altijd goed – to put it mildly. Het aantal kwaliteitsgebreken is te hoog.
Door Hinrich Slobbe, control prof in beide betekenissen, als associate professor aan de Business School Nederland en als directeur van Wisdom in Finance.
Voor het economisch klimaat is het zeer belangrijk dat informatie uit jaarverslagen van ondernemingen deugt. Beleggers, banken, toeleveranciers, consumenten, de fiscus, allen hebben een groot belang bij een zuiver oordeel over de betrouwbaarheid van cijfers. En schandalen zoals bij Imtech, Ahold, DSB Bank, Vestia, Ballast Nedam, enzovoort lieten zien dat er aan de juistheid van gepubliceerde cijfers nogal wat schortte. Dus er kwam een onderzoek, dat vijf jaar duurde. En wat blijkt: er klopt nog steeds geen z@k van. Zestig procent van de jaarrekeningen uit 2017 scoorde onvoldoende. En een jaar later vijftig procent. Van de rapporten waar KPMG de controle deed, was 100 procent onvoldoende!
Afhankelijke controle is duur en zinloos
We hebben het over de grote accountantskantoren die de boeken controleren. Dat zijn niet de samenstellende accountants uit de MKB-praktijk die voor heel redelijke tarieven een jaarrekening samenstellen. Nee, dit zijn de Register Accountants die voor stevige uurlonen een beursgenoteerde onderneming of een ministerie controleren. Hoogopgeleid, maar toch niet in staat om de hoge kwaliteitseisen waar te maken. Dat heeft volgens Ada van der Veer onder andere te maken met het feit dat men intern in de eigen organisatie te lage maatstaven heeft voor de controlepraktijk. Men legt de lat niet hoog genoeg. Men vindt het al snel prima als men elkaar beoordeelt.
Daar komt bij dat er een aantal belangenconflicten spelen. De commissie gaat daar niet echt op in, maar het is natuurlijk vreemd dat een controlerend accountant betaald wordt door degene die wordt gecontroleerd. En dat gebeurt vaak op basis van fixed fees. Dat leidt ertoe dat de controle vooral efficiënt wordt uitgevoerd en de moeilijke vragen niet gesteld worden, als voor het uitzoeken te veel tijd moet worden uitgetrokken. En je wilt je klant natuurlijk niet al te veel in het harnas jagen. Echt fraudeonderzoek blijft zo natuurlijk achterwege. Alleen als het volkomen helder is dat er iets niet deugt zal een accountant conclusies trekken.
En er komt nog een belang bij: deze klanten worden niet alleen gecontroleerd, maar er worden ook zeer grote bedragen verdiend met het geven van advies. En daar ga je natuurlijk ook niet al te moeilijk doen, als er zaken worden geconstateerd, die wellicht nader onderzocht moeten worden. Dan moet je wel zeer principieel en onkreukbaar zijn, als je daar tegen bestand bent.
Wanneer wordt controle echt onafhankelijk?
De commissie doet voorstellen om de kwaliteitscontrole van de controles niet meer aan de beroepsgroep zelf over te laten, maar om dat door de AFM te laten doen. Tevens moeten er fraudespecialisten worden ingeschakeld en er moet een minimumaantal controles per jaar worden uitgevoerd, om het beroep te mogen uitoefenen. Verder moet de branche een financiële buffer aanhouden voor het opvangen van schade.
Dit zijn goede aanbevelingen, maar een echte doorbraak ontstaat pas als de adviespraktijk volledig wordt losgemaakt van de controlepraktijk en de betaling van de accountant niet meer door de klant zelf wordt gedaan maar via de overheid. Alleen dan is er echt sprake van onafhankelijke controle van de jaarrekening. Want vertrouwen is goed, maar onafhankelijke controle is beter! Ook Control 3.0 …
Alle blogs van prof. Hinrich Slobbe voor u op een rij gezet.