Commissarissen vinden adviseren over strategie belangrijkst
Dat blijkt uit het jaarlijkse Nationaal Commissarissen Onderzoek. Onderzoekers Prof. dr. Mijntje Lückerath-Rovers (Tilburg University/TiasNimbas) en Prof. dr. Auke de Bos RA (Erasmus Universiteit) publiceren voor de zevende maal het jaarlijkse Nationaal Commissarissen Onderzoek.
Dit jaar deden 338 commissarissen en toezichthouders uit meerdere sectoren weer mee, waarmee dit onderzoek het meest omvangrijke onderzoek in Nederland is. Het Nationaal Commissarissen Onderzoek van 2013 richtte zich specifiek op de verschillende rollen van de commissaris.
Voor het onderzoek is een onderscheid gemaakt tussen vier rollen van de commissaris: als toezichthouder, adviseur, werkgever (benoemen en belonen bestuurders) en netwerker cq ambassadeur (contacten binnen en buiten de onderneming). De belangrijkste rol ziet de commissaris voor zichzelf in ten eerste zijn adviesrol ten aanzien van de strategie, ten tweede de toezichtsrol ten aanzien van risicomanagement en ten derde de werkgeversrol ten aanzien beoordelen en benoemen bestuurders.
Gemiddeld gaat van de tijdsbesteding van de commissaris 45% naar toezicht, 32% naar advies, 13% naar de werkgeversol en 10% naar de netwerkersrol. De commissaris zou iets minder tijd aan toezicht willen besteden (42%) en iets meer aan de netwerkersrol (13%). De commissaris geeft zichzelf een dikke voldoende voor de vier rollen. De hoogste waardering krijgt de toezichtsrol, gemiddeld een 8,0, gevolgd door de adviseursrol, gemiddeld een 7,7. Lager scoren de werkgeversrol (7,2) en de netwerkersrol (6,4). Er zijn duidelijke verschillen tussen de sectoren.
Tijdsbesteding blijft rond 17 procent
Naast het thematische onderzoek van dit jaar laat het NCO2013 ook aantal trends zien. De gemiddelde tijdsbesteding per commissariaat blijft rond de 17 uur per maand. 58% van de commissarissen verdient minder dan 10.000 euro voor zijn commissariaat, maar er zijn grote verschillen qua beloning tussen de sectoren. Commissarissen bij beursonderneming ontvangen gemiddeld 38 duizend euro, bij zorginstellingen is dit 9 duizend euro per jaar. Het aantal commissarissen dat hun commissariaat verkrijgt via een intermediair lijkt toe te nemen (van 12% naar 18%), terwijl dit minder vaak gebeurt via het eigen netwerk (van 50% naar 47%).
Aan de commissarissen werden een tiental stellingen voorgelegd over actuele thema’s. Meest opvallende resultaten daaruit waren dat bijna de helft van de commissarissen (48%) het een goed idee vindt om een geschiktheidstoets als in de financiele sector in te voeren voor hun sector. Voor de commissarissen in de zorg was hier bijvoorbeeld 54% het mee eens, maar dit was nog maar 20% bij de commissarissen bij beursondernemingen. Ook is 87% van de commissarissen het oneens met de stelling dat het wettelijk maximum aantal toezichtfuncties heeft bijgedragen aan de kwaliteit van het toezicht, iets minder, maar nog steeds de meerderheid, is het oneens met de stelling dat dit wettelijk maximum heeft bijgedragen aan het doorbreken van het old-boysnetwork.
Tot slot werd dit jaar in een aanvullend onderzoek samengewerkt met twee psychologen, prof.dr. Marise Born (Erasmus) en dr. Reinout de Vries (VU) om ook meer inzicht te krijgen in de persoonlijkheden en drijfveren van commissarissen. Aan dit deelonderzoek deden bijna 200 commissarissen mee. Vergeleken met een hoogopgeleide normgroep, blijken commissarissen minder emotioneel, maar meer extravert en staan ze meer open voor nieuwe ervaringen.