CAFka in de polder
Onlangs (19 juli 2023) verscheen een open brief (20230717_brief_caf-team ) op de website van een vakbond NCF over het CAF-team. In die brief staat het verhaal van het team dat als onderdeel van de belastingdienst over de toeslagen ging. De brief is van de hand van de voorzitter van de Nederlandse Categoriale vakvereniging Financiën. De brief beschrijft omstandig de (vermeende) onrechtvaardige behandeling van het CAF-team (Combiteam Aanpak Facilitators) in de nasleep van wat de toeslagenaffaire is gaan heten.
De hele toeslagenaffaire heeft veel weg van kafkaëske toestanden – lees het prachtige en nog steeds onthutsende Het Proces van Franz Kafka – en deze brief is daar nog eens een onverkwikkelijke illustratie van.
Het CAF-team doet een verwoede poging zich van de nare uitkomsten van de toeslagenaffaire te distantiëren: ‘CAF-team krijgt onterecht de schuld’.
Belangrijkste ‘line of defence’ is dat ‘het CAF-team geen toezicht heeft gehouden op individuele burgers en geen enkele toeslag heeft kunnen stopzetten of terugvorderen’. Ik neem dit voetstoots aan. Maar het doet mij denken aan de volgende vergelijking. Als consultant heb ik regelmatig geadviseerd tot (zeer) omvangrijke en ingrijpende reorganisaties met massaontslagen tot gevolg. Als adviseur kon ik voor de uitvoering geen verantwoordelijkheid dragen – dat was aan de raad van bestuur. En ik had natuurlijk geen enkele bemoeienis met de gevolgen voor de individuele werknemer –immers, ik kon niemand ontslaan of overplaatsen.
Dus de houding van het CAF-team moge zo zijn – maar dat is toch te makkelijk. En eigenlijk een zeer onverkwikkelijke manier om ‘de schuld’ door te schuiven. Deze naar zelfgenoegzaamheid neigende ‘poging tot onschuld’ maakt nagenoeg de rest van de open brief tot een farce.
In Het Proces: “It’s only because of their stupidity that they’re able to be so sure of themselves.”
Zo wordt ‘de schuld’ doorgelegd naar het management, de directie, en uiteindelijk en natuurlijk (overigens, niet geheel onterecht) naar de politiek. Uit de open brief: ‘De politiek vroeg het onmogelijke van de medewerkers van Toeslagen. De wetgeving rammelde maar er mocht tegelijkertijd geen fraudeur meer ontkomen. Op het gebied van fraudebestrijding lag er een onuitvoerbare opdracht’. Waar begin je dan aan? Je kunt weigeren, opstappen, klokkenluider worden, etc. – maar er aan beginnen?! En dan klagen… Get a life.
Het is verleidelijk hier het boek Totalitarisme (1951) van Hannah Arendt erbij te halen. Maar liever betrek ik haar essay-boek Tussen verleden en toekomst (1961-1968) erbij, ook wel getypeerd als ‘oefeningen in denken’. Ze zijn bedoeld voor die momenten waarop traditioneel begrip geen beschutting meer biedt. Wat doet men wanneer traditionele begrippen van bijvoorbeeld ‘rechtsstaat’, ‘verantwoordelijkheid. , ‘rechtvaardigheid’ en ‘politiek’ tot ‘terreur’ hebben geleid maar er nog geen nieuwe begrippen zijn, ter vervanging? Hoe weerstaat een weerloze geest op een dergelijk moment de verleiding om zich gehaast en gedachteloos te nestelen bij de nieuwe idolen, nieuwe menners, nieuwe ‘zekerheden’?
Neen. Dan moet je denken, en opzoek gaan naar niet-traditionele betekenissen van die woorden. Nieuwe inhoud waaraan je je kunt engageren – vanuit respect, eigenheid, mededogen.
Zo noemde voormalig staatssecretaris Snel het gebrek aan mededogen ooit ‘een gebrek aan vaktechnische inbedding’. Ja, hallo! Ik noem dat misselijkmakend. Ook etiketten als ‘afpakjesdag’ en ‘license to disturb’ vragen om diepgaande zelfreflectie. En verantwoording.
Die node wordt gemist – ook in deze open brief.
Uit Het Proces: “it is not necessary to accept everything as true, one must only accept it as necessary.’ ‘A melancholy conclusion,’ said K. ‘It turns lying into a universal principle.” Waarvan akte.
Uiteindelijk rest – na het lezen van de open brief (en vele andere stukken, en een boek over deze affaire) – toch het beeld van kleinheid, lafhartigheid en verongelijktheid zonder grondige reflectie en zelfkritiek.
“Judgement does not come suddenly; the proceedings gradually merge into the judgement.”
Tot slot nog een terzijde. Het CAF-team heeft een grote mate van onrecht ervaren (en nog steeds…), voelde zich niet gehoord, ervoer grote machteloosheid en miskenning, etc. Een reflectie dat dit overeenkomt met wat benadeelde ouders in de toeslagenaffaire hebben meegemaakt had deze open brief krachtiger gemaakt, en bijna groots. En zeker sympathieker. Nu blijft het toch vooral verongelijkt. En klein.
Wat niet weg neemt dat – in élk opzicht – recht moet worden gedaan. Over de hele linie – ook op individueel niveau: van ouders (fraudeurs?) en CAF-teamleden (ambtsmisdrijven?). Met publiekelijk hoor en wederhoor. Uit Het Proces van Kafka: “The right understanding of any matter and a misunderstanding of the same matter do not wholly exclude each other.” Deze brief is daarvan een fraaie illustratie.
Door Leo van de Voort. Hij is bestuursadviseur bij Fuel for Living Strategies, voormalig directeur corporate finance Kempen & Co en co-auteur van de boeken Risicovreugde en Exit Fantoomtrots.