Buitenlandse bedrijven zien niets in hybride werken

Nederlandse bestuurders zijn veel socialer dan hun buitenlandse collega’s.

Nederlandse bedrijven zijn positiever over de mogelijkheid om personeel zowel thuis als op kantoor aan het werk te zetten dan bedrijven in andere landen. Circa twee derde van de Nederlandse bestuurders waren voorstander van hybride werken. In het buitenland is dat minder dan de helft.

Dat komt naar voren uit een studie van advies- en accountantsorganisatie KPMG onder ruim dertienhonderd topbestuurders van bedrijven in meerdere landen, onder wie honderd Nederlandse bestuurders van vooral grotere bedrijven.

Nederlandse bestuurders hebben meer oog voor het welzijn van personeel in vergelijking met andere landen. Ook komt uit het onderzoek naar voren dat het klimaat voor de Nederlandse bedrijven een “top 3-uitdaging” is de komende jaren, waar dat in andere landen een top 5-prioriteit is.

De coronacrisis heeft volgens KPMG de aandacht voor de duurzaamheidsagenda aanzienlijk vergroot. Veel bedrijven zetten “serieuze stappen” op het vlak van mens, milieu en samenleving. “Het besef dat vooruitgang niet langer alleen afhangt van economische welvaart wordt meer dan ooit onderkend in de bestuurskamer”, vertelt Stephanie Hottenhuis, bestuursvoorzitter van KPMG in Nederland.

Verder wordt in het onderzoek gemeld dat de meeste bestuurders denken dat de coronacrisis halverwege volgend jaar ten einde is en wereldwijd weer “terug naar normaal” wordt gegaan. Ondanks de Delta-variant van het coronavirus verwacht zestig procent van de ondervraagde bestuurders dat er de komende drie jaar sprake zal zijn van economische groei.

(ANP)

 

Gerelateerde artikelen