Budgetteren moet anders
Ondanks de kredietcrisis houden bedrijven momenteel nauwelijks rekening met onvoorziene omstandigheden en macro-economische ontwikkelingen. Het nieuwe budget is gewoon een extrapolatie van het lopende jaar. De budgetten voor 2009 van een groot aantal Nederlandse ondernemingen zullen daarom weinig houvast bieden voor een goede sturing.
‘Het inschatten van de marktonzekerheden moet veel fundamenteler en mag geen oefening zijn van louter de financiële afdeling’, zegt Fred van der Waa, partner bij KPMG Advisory en verantwoordelijk voor het segment Financieel Management.
‘De afgelopen maanden zijn veel bedrijven weer begonnen met de jaarlijkse rituele dans rond de begroting. De omzetten en marges worden door de managers weer wat voorzichtiger ingediend en er wordt een hogere kostenontwikkeling en investeringsruimte geclaimd dan echt nodig is’, aldus Van der Waa.
‘Hoewel gekeken wordt naar het effect van een achterblijvende omzet, een hogere kostenontwikkeling en een hogere rentestand, zijn dit vooral marginale calculaties, die met name door de afdeling financiën of de afdeling concern control worden gemaakt’.
Van der Waa: ‘Een groot deel van de financieel managers heeft niet eerder een recessie meegemaakt. Kijken we naar de macro-economische ontwikkelingen van het afgelopen jaar, dan zien we echter dat het gaat om fundamentele verschuivingen.’
‘Het is nu niet de vraag wat de rentestand doet en wat onze financieringslasten zullen worden voor het komende jaar of tegen welke disconteringsvoet de investeringen worden doorgerekend. De vraag is of er het komend jaar überhaupt krediet los komt om investeringen of overnames te financieren.’
Ook de ontwikkelingen op de aandelenmarkt en oliemarkt laten volgens Van der Waa zien dat we moeten gaan denken ‘in andere dimensies’ van verandering. ‘Met alle gevolgen voor de rijksbegroting en veel bedrijven’.
‘Het roer moet drastisch om. Operationeel managers moeten terug naar de tekentafel en zich afvragen wat ze gaan doen als de afzet van hun producten voor een groot deel wegvalt, welke maatregelen ze dan moeten nemen en wat daarvan de financiële consequenties zijn.’