Btw terugvragen via nieuwe portalsite fiscus
Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld de btw die een Nederlandse vervoersondernemer (zonder vaste inrichting in een andere EU-lidstaat) na 1 januari 2010 heeft betaald voor brandstofaankopen in een andere lidstaat.
Administratief bewerkelijke teruggaafverzoeken aan 26 andere belastingadministraties behoren daarmee tot de verleden tijd. Op de nieuwe elektronische portalsite van de belastingdienst kunnen ondernemers straks hun verzoek om teruggaaf van deze btw indienen.
Een teruggaafverzoek van btw over het vierde kwartaal van 2009 kan een ondernemer nog op de bestaande wijze indienen als het verzoek vóór 1 januari 2010 is ingediend. Alle verzoeken na 1 januari 2010 moeten op de nieuwe manier worden ingediend.
Ook in alle andere lidstaten komt eenzelfde teruggaafregeling. Momenteel zijn er geen signalen dat een of meer lidstaten achter op schema lopen om te kunnen voldoen aan de nieuwe teruggaafprocedure per 1 januari 2010. Dit antwoordt staatssecretaris De Jager van Financiën in een brief op vragen van de vaste commissie voor Financiën in de Tweede Kamer bij het wetsvoorstel Implementatie richtlijnen btw-pakket.
Tijdstip verplichting
Vanaf 1 januari 2010 treedt voor Nederlandse ondernemers een andere belangwekkende wijziging in werking. Het betreft het tijdstip van verschuldigd worden van btw van grensoverschrijdende dienstverrichting tussen ondernemers welke betrekking hebben op diensten die onder de nieuwe hoofdregel vallen.
De nieuwe hoofdregel houdt in dat als deze diensten worden verricht aan een btw-ondernemer die in een ander EU-land is gevestigd, deze diensten zijn belast in het land van de afnemer. Voorheen waren deze diensten belast in het land waar de dienstverrichter was gevestigd.
Vanaf 1 januari 2010 is de dienstverrichter btw verschuldigd op het tijdstip dat de dienst is verricht. Op dit moment maakt Nederland ruimhartig gebruik van een uitzonderingspositie waarbij de dienstverrichter btw is verschuldigd op het moment dat hij een factuur uitreikt (factuurstelsel).
Bij grensoverschrijdende dienstverrichting tussen ondernemers waarbij de btw is verlegd naar de afnemer, moet de verschuldigdheid van btw zowel in het land van de dienstverrichter als in het land van de afnemer op één tijdstip in aanmerking worden genomen. De staatssecretaris geeft aan dat het niet te verwachten is dat Nederland zijn uitzonderingspositie op dit punt kan handhaven.
De staatssecretaris geeft aan dat de Nederlandse belastingdienst vooralsnog terughoudend zal zijn met het opleggen van boeten bij de nieuwe opgaaf intracommunautaire diensten (IC-diensten). De nieuwe regels moeten ‘inslijten’. Als er boetes worden opgelegd dan zullen deze met name worden opgelegd aan degenen die volharden in het niet of niet-volledig doen van een opgaaf IC-diensten.
Bron: Ministerie van Financiën