Bijna 10 miljard extra voor R&D en innovatie
De uitgaven van de rijksoverheid voor R&D en innovatie zullen in 2025 met 9,2 miljard euro een kwart hoger liggen dan in 2019 (7,3 miljard). De belangrijkste reden voor de forse stijging is het Nationaal Groeifonds dat het kabinet in september 2020 oprichtte om bij te dragen aan economische groei op de lange termijn.
Dat blijkt uit het jaarlijkse overzicht van het Rathenau Instituut van de totale investeringen in wetenschap en innovatie (TWIN-rapport 2019-2025). Het Nationaal Groeifonds is bedoeld om de Nederlandse economie te versterken via eenmalige investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie, kennisontwikkeling en fysieke infrastructuur.
De verwachting is dat via het Nationaal Groeifonds in 2021 zo’n 0,3 miljard euro in R&D en innovatie wordt geïnvesteerd, en dat dit oploopt naar zo’n 1,3 miljard in 2025.
Daarnaast zet de overheid ook extra middelen in om via R&D en innovatie de gevolgen van de coronacrisis te bestrijden. Zo heeft ze via de Corona-overbruggingslening in 2020 zo’n 200 miljoen euro beschikbaar gesteld voor innovatie binnen het midden- en kleinbedrijf, dat weggezet wordt via de regionale ontwikkelingsmaatschappijen. Acht provincies maken meer middelen vrij voor kennis en innovatie.
Ook komt er in 2021 meer budget voor de Wet bevordering speur en ontwikkelingswerk , die bedrijven de mogelijkheid biedt om innovatie-uitgaven af te trekken van de loonheffing die ze betalen.
Ondanks dat er meer geld beschikbaar komt voor onderzoek en innovatie, zal Nederland waarschijnlijk ook in 2021 niet voldoen aan de afspraak die de landen van de Europese Unie hebben gemaakt om hieraan 2,5 procent van hun bbp uit te geven voor het stimuleren van hun kennissamenleving en hun economische groei.
De afgelopen jaren bleef het percentage dat overheid, bedrijfsleven en andere partijen samen in Nederland investeren, rond de 2,16 procent steken. Om in 2021 toch op die 2,5 procent uit te komen, zou de overheid zo’n half miljard extra moeten investeren. Bedrijven en andere partijen zouden dan ook nog zo’n 2,8 miljard extra moeten bijdragen.
“Nu we de coronacrisis langzaam achter ons lijken te laten, is het belangrijk om te kijken naar wat Nederland uitgeeft aan R&D”, zegt directeur Melanie Peters van het Rathenau Instituut.
“Onze kennissamenleving is afhankelijk van investeringen in verschillende soorten onderzoek en innovatie. Doordat we in beeld hebben gebracht wat de verschillende ministeries en andere partijen investeren, kunnen we verschuivingen monitoren in R&D-investeringen van het rijk bij universiteiten, publieke kennisorganisaties en bedrijven.”