Betaaltermijn grote onderneming aan mkb van 60 naar 30 dagen
Vanaf 1 juli 2022 moeten grote ondernemingen (dat wil zeggen: ondernemingen met een balanstotaal van meer dan EUR 20 miljoen, een netto-omzet van meer dan EUR 40 miljoen en/of 250 of meer werknemers) rekeningen van het midden- en kleinbedrijf (alle bedrijven die geen ‘grote onderneming’ zijn; hierna het ‘mkb’ genoemd) verplicht binnen 30 dagen betalen. De oude betaaltermijn van 60 dagen wordt daarmee gehalveerd. Dit heeft voor veel grote ondernemingen impact op de bedrijfsvoering.
De nieuwe betaaltermijn geldt alleen in de handelsrelatie tussen grote ondernemingen als schuldenaar en mkb’ers als schuldeiser (net als de huidige regels omtrent de 60-dagen termijn). De wetgever beoogt hiermee meer bescherming te bieden aan mkb’ers, waaronder ook zzp’ers worden verstaan.
Als een groot bedrijf na het verstrijken van de termijn een ingediende factuur betaalt, is er handelsrente (8%) verschuldigd over de periode waarmee de termijn is overschreden. Het recht op handelsrente ontstaat automatisch na het verstrijken van de betaaltermijn van 30 dagen en kan binnen vijf jaar worden afgedwongen. Ook eventuele incassokosten kunnen op de wanbetaler worden verhaald. Indien het betalen van de handelsrente uitblijft, kan de mkb’er een procedure bij de civiele rechter starten om alsnog betaald te krijgen.
Als een mkb’er niet tijdig wordt betaald door een grote onderneming, dan kan dit anoniem gemeld worden bij het Meldpunt Achterstallige Betalingen van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). De ACM verzamelt en registreert tot 25 januari 2023 alle meldingen om in kaart te brengen hoe vaak grote ondernemingen de betaaltermijnen overschrijden. Daarna zal de uitkomst hiervan geëvalueerd worden om te bepalen of er overheidstoezicht wordt ingesteld. Op dit moment onderneemt de ACM op basis van die registraties geen directe acties.
De nieuwe wet geldt ook voor buitenlandse ondernemers als zij handel drijven in Nederland. Indien buitenlandse grote ondernemingen die in Nederland handel drijven een langere betaaltermijn dan 30 dagen zouden willen hanteren, dan zouden zij dit dus kunnen bewerkstelligen door een ander recht (zoals het recht van het land waar de onderneming is gevestigd) op de overeenkomst van toepassing te verklaren. De mkb’er waarmee de overeenkomst wordt gesloten, moet daar dan natuurlijk wel mee instemmen.
Advocatenkantoor Osborne Clarke adviseert de volgende werkwijze voor implementatie nieuwe wetgeving:
1a. Is uw onderneming een ‘grote onderneming’ en handelt u met kleinere partijen? Breng in kaart welke contractspartijen gelden als ‘mkb’ (ondernemingen met minder dan 250 werknemers en een jaaromzet van minder dan EUR 50 miljoen óf een balanstotaal van minder dan EUR 43 miljoen).
1b. Is uw onderneming een ‘mkb’ en handelt u met grotere ondernemingen? Breng in kaart welke contractspartijen gelden als ‘grote onderneming’ (zie hierboven).
Maak bijvoorbeeld een overzicht met al uw bestaande contractspartijen waarvan u weet dat zij onder de definitie ‘grote onderneming’ of ‘mkb’ vallen (afhankelijk van de positie van uw onderneming). Twijfelt u? Raadpleeg dan bijvoorbeeld de KvK.
2. Is er sprake van een betalingsverplichting van een grote onderneming aan een mkb? Dan geldt in elk geval per 1 juli 2023 een betaaltermijn van 30 dagen.
Dit is vaak het geval wanneer een mkb de leverancier is van bepaalde goederen of diensten aan een grote onderneming.
3. Contract gesloten vanaf 1 juli 2022? Neem een betaaltermijn op van 30 dagen.
4. Contract dat loopt na 1 juli 2023 maar dat voor 1 juli 2022 is gesloten? Pas de betaaltermijn aan naar 30 dagen.
Betaaltermijnen zijn vaak opgenomen in algemene (in- of verkoop)voorwaarden. Bekijk deze goed en pas deze (zo nodig) aan.