Belastingdienst benadeelt partners met spaargeld en beleggingen
De kern van het probleem is dat de fiscus de gegevens overneemt van voorgaande jaren, dus ook de verdeling van het vermogen tussen de partners. En dat is in veel gevallen belast bij één persoon in plaats van beide partners. Die komt daardoor in een hogere belastingschijf en betaalt meer heffing dan wanneer beide partners alleen belasting zouden betalen over hun eigen deel. Door het zogenaamde vermogen in box 3 te verdelen, blijven partners langer in een lagere belastingschijf. Dat kan een verschil vormen van duizenden euro’s.
Misgelopen belastingrente in het nadeel van de belastingbetaler
Bij aangifte zal dit verschil uiteindelijk gecorrigeerd worden. In de tussentijd is het echter mogelijk dat er recht op belastingrente ontstaat. Lemein: ‘Afhankelijk van de indiendatum van de aangifte kan het zijn dat je de Belastingdienst rente verschuldigd bent over het te betalen bedrag. Die rente wordt niet in de correctie meegenomen en is in het nadeel van de belastingbetaler. De Belastingdienst betaalt dit namelijk zelden uit aan de belastingbetaler. Wie de voorlopige aanslag niet corrigeert, staat dus twee dingen te wachten: een onhandig over-en-weer van betalingen én in sommige gevallen het betalen van onnodige belastingrente. “
Voorlopige aanslag niet klakkeloos goedkeuren
Volgens Lemein is het dan ook zaak de voorlopige aanslag niet klakkeloos te accepteren. Lemein: “Voorheen maakte het geen verschil dat een fiscaal partner al het vermogen in box 3 op zijn naam had. Nu dus wel. Een nieuw Belastingplan betekent dat iedereen zich opnieuw de handigheden eigen moet maken. Dit is er typisch één in de categorie: kleine moeite, grote winst.“