Beheerd vermogen groeit naar 100.000 miljard dollar in 2020
Dat blijkt uit het PwC-onderzoek ‘Asset Management, a brave new world’. Reden is dat wereldwijd meer mensen pensioen opbouwen. Ook neemt de middenklasse en het aantal superrijken in opkomende landen de komende jaren exponentieel toe. Bovendien maken staatsfondsen de komende jaren een forse groei door.
‘We voorzien een enorme toename van het beheerd vermogen en een verschuiving naar alternatieve beleggingen, zegt Frank van Groenestein, verantwoordelijk voor de asset management-praktijk van PwC. ‘Zo zien we een groeiende middenklasse in opkomende landen die en masse gaat nadenken over hun oude dag. Naar schatting behoren in 2020 meer dan één miljard mensen tot de middenklassers.’
Ruim de helft van de groei van het beheerd vermogen komt voort uit het feit dat meer mensen pensioen zullen gaan opbouwen. Het totale pensioenvermogen in de wereld stijgt daardoor van 34.000 miljard nu naar 56.000 miljard dollar in 2020. In Europa stijgt het pensioenvermogen in diezelfde zes jaar van 8.500 miljard naar 13.800 miljard dollar.
De groei van het vermogen dat aan beheerders wordt toevertrouwd hangt ook samen met de toename van het aantal superrijken in Azië, Afrika, Latijns-Amerika en het Midden-Oosten. Het vermogen van deze groep miljardairs zal sterk stijgen als gevolg van de kansen die globalisering hen biedt.
Ten slotte dragen staatsfondsen ook bij aan de groei van het beheerd vermogen. Hun vermogen verdubbelt de komende zes jaar naar 9.000 miljard dollar. Het betreft beleggingsfondsen die beheerd worden door de overheid van een land. Veel van deze fondsen zijn gevestigd in olie- en gas-exporterende landen. Noorwegen heeft momenteel het best gevulde staatsfonds.
Het gevolg van de wereldwijde vermogensaanwas is dat de fondsindustrie de komende zes met gemiddeld 5,4 procent zal groeien. In Europa en dus ook Nederland zal de stijging het minst hard gaan. Toch blijft Europa na de VS koploper in beheerd vermogen. Het rapport schetst zes game changers waar de sector rekening mee moet houden. Weliswaar zullen vermogensbeheerders een belangrijkere positie verwerven naast banken en verzekeraars en zelfs functies van hen overnemen. Daar staat tegenover dat de druk op verdienmodellen toeneemt door dalende marges, nieuwe regelgeving, hoge investeringskosten in ICT en veeleisende klanten die hun zaken bovendien vaker mobiel regelen.
Volgens Van Groenestein zullen Nederlandse vermogensbeheerders zwaar moeten investeren in technologie om te overleven. ‘Het slimmer inzetten van technologie, beter organiseren van data-management en handiger inrichten van rapportagestructuren is nodig om te kunnen voldoen aan regelgeving, maar ook om kosten te verlagen.’ Hij sluit niet uit dat zich in de Nederlandse sector een consolidatieslag zal voordoen.
De toekomst van vermogensbeheerders hangt mede af van de mate waarin ze klantbehoefte en investment strategieën op elkaar weten af te stemmen. Van Groenestein: ‘Alleen dan kunnen zij de maatoplossingen bieden waar hun klanten steeds meer naar op zoek zijn. Dat geldt in het bijzonder voor de stijgende vraag naar alternatieve beleggingen.’ Zo worden beleggingen genoemd in bijvoorbeeld hedge fondsen, grondstoffen, private equity of alternatieve obligaties.