Analyse: Modern, moderner, postmodern

fallback
De tijd van de vastberaden richtingwijzers is voorbij. Modernistische managementmodellen zijn uit. Niemand gelooft meer in het allesomvattende woudlopershandboek, of het moet in de geheel herziene postmoderne editie zijn. Maar hoe dan te kiezen?

Een van de bekendste economen is zonder twijfel John Maynard Keynes (1883-1946). In 1936 schreef hij een boek dat qua invloed op het denken in de wetenschap en handelen in de politiek nauwelijks overtroffen is: The General Theory of Employment, Interest and Money. Hij was er zo van overtuigd dat hij hiermee het belangrijkste deel van de economische vraagstukken had opgelost, dat hij in de titel niet alleen het bijvoeglijk naamwoord ‘general’ gebruikte, maar ook het lidwoord ’the’. Bovendien duidde hij zijn voorgangers in de economische discipline (inclusief alle tijdgenoten die non-believer waren gebleven) aan als ‘Klassieken’.

Voor lezers van managementliteratuur is een dergelijk optreden niet vreemd. Toen G. Bennett Stewart in Quest for Value (1990) zijn value metric EVA presenteerde, schroomde hij niet te stellen dat ’the unicorn is found’. Ook Frederick Reichheld, de loyaltykampioen, blijkt niet zonder zelfrespect als hij over loyalty-based management schrijft: “this shift for business is as fundamental as the Copernican shift to a sun-centered solar system was for astronomy”. Ook het voortdurend gebruik van de term ’traditioneel’ voor andere systemen en methoden dan hetgeen voorgeschoteld wordt, is geen onbekend verschijnsel voor CFO’s die af en toe wat lezen.

BORD ASPERGES In kringen van bedrijfswetenschappers worden managementmodellen die zich laten lezen en (voor)schrijven als kookboekverhalen aangeduid als ‘modernistisch’. Deze term heeft niet zozeer te maken met het moderne leven anno 20XX als wel met een stroming in kunst, godsdienst en wetenschap waarin de vooruitgang van de beschaving wordt geacht voort te komen uit de ordening van het leven en de wereld op grond van kennis (rationaliteit en empirisch onderzoek). De harde kern van de bedrijfswetenschappen, Accounting & Finance, is een voorbeeld van een modernistische manier van beschouwen. De uitspraak van een vroegere CEO van Philips dat hij de organisatie heeft aangetroffen als een bord spaghetti en wilde veranderen in een bord asperges, is typerend voor een modernistisch kijk op de wereld.

Daartegenover zijn veel van onze collega’s van de organisatie- en strategiekant gevallen voor de charmes van een postmoderne visie op het leven in al zijn vormen. Zij verwerpen het idee dat er ‘grote wetten’ zijn, maar menen dat de samenleving voortdurend verandert door economische en technologische ontwikkelingen. Er zouden geen originele ideeën meer bestaan en geen objectieve communicatie of universele betekenis. Voor wie zich een concreter beeld wil scheppen van een dergelijke benadering moet het bekende boek Images of Organization van Gareth Morgan maar eens lezen. Daarin worden, aan de hand van metaforen, negen verschillende manieren van kijken naar organisaties beschreven (als een machine, als een cultuur, als een politiek systeem, als een gevangenis, etc.).

De kern van het verhaal is dat er geen coherent raamwerk meer is dat de visies onderling kan relateren. Alle beelden en visies worden onverbiddelijk ontsokkeld, vergeleken met een reeks alternatieven en elke causaliteit wordt bij voorbaat in twijfel getrokken. Omgekeerd lijkt ieders beeld of idee ‘waar’.

FORSE HOEKEN We kennen allemaal wel de figuur van de strategyconsultant die door grappige anekdotes en conceptuele vergezichten onze mentale modellen onderuit wil halen. Om ze vervolgens in de etalage naast zijn eigen visies te leggen. Deze ‘nieuwe’ manier van kijken is natuurlijk heel aantrekkelijk. Iedereen snapt dat er forse hoeken afgesneden worden met lineair denken en het toepassen van vuistregels.

Het vreemde is dat ’thinking out of the box’ voor de meesten van ons helemaal geen probleem is. Vrijwel niemand zit ongemerkt vastgeroest. Bijna alle beelden uit het rariteitenkabinet van de postmodernist zijn ons bekend. De sessies op de hei met de boardroomconsultant zijn soms zelfs verhelderend. Het probleem is alleen: moet ik nou wel of niet outsourcen naar India?   

Prof.dr. A.N.A.M. Boons RA is hoogleraar financieel management aan de Rotterdam School of Management van de EUR en organisatieadviseur bij Deloitte Consultancy BV  

Gerelateerde artikelen