‘Afschaffen VAR schiet zijn doel voorbij’

Per 1 mei 2016 gaat de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) verdwijnen. Opdrachtgevers en opdrachtnemers kunnen vanaf dan overeenkomsten gebruiken die door de Belastingdienst zijn opgesteld of beoordeeld. Michael Page deed onderzoek naar de stemming onder Nederlandse werkgevers en zelfstandigen, waaruit blijkt dat de overgrote meerderheid niet blij is met de nieuwe regeling en zelfs verwacht dat het zal resulteren in minder werk voor zelfstandigen.

“We moeten natuurlijk zien hoe het uitpakt in de praktijk, maar de nieuwe regeling lijkt op het eerste gezicht een te omslachtige oplossing, die voor veel onrust zorgt op de arbeidsmarkt,” zegt Mischa Voogt, Managing Director van Michael Page.

Haalbaarheid van de toetsing

De resultaten van het onderzoek tonen aan dat Nederlandse werkgevers en zelfstandigen weinig positiefs verwachten van de nieuwe regeling: maar liefst 84% van de ondervraagde freelancers en 87% van de ondervraagde bedrijven denkt dat de wijziging geen oplossing vormt voor het door de overheid geschetste probleem van schijnzelfstandigheid. “Dat heeft denk ik voor een groot deel te maken met de praktische haalbaarheid van de toetsing,” stelt Voogt. “Het grootste probleem met de VAR was immers het gebrek aan toetsing en het gebrek aan capaciteit van de belastingdienst. Omdat de aanvraag de laatste jaren automatisch werd verlengd, ontbrak het aan handhaving en was er geen controle achteraf. Er is nog altijd erg veel onduidelijkheid over hoe de overheid de toetsing nu wel op een effectieve manier gaat vormgeven. Is er nu ineens veel meer capaciteit bij de belastingdienst?”

Onzekerheid

Een verschil met de oude VAR-regeling, is dat de Belastingdienst nu pas tijdens de opdracht of achteraf gaat controleren of iemand wel echt als zelfstandige kan worden aangemerkt, waar dat voorheen vooraf werd bepaald, en dat de verantwoordelijkheid niet meer bij de zelfstandige ligt, maar bij de opdrachtgever. “Dit creëert veel onzekerheid bij opdrachtgevers,” constateert Voogt. “In de oude situatie gaf de VAR op voorhand zekerheid op fiscaalrechtelijk gebied en in zeer grote mate op civielrechtelijk gebied. Achteraf een vast dienstverband claimen was lastig en voor niet betaalde premies was de werknemer verantwoordelijk. Deze zekerheid valt nu weg en opdrachtgevers zijn niet meer per definitie risicoloos op deze gebieden.” Dat kan een goede verklaring zijn voor het feit dat 79% van de ondervraagde bedrijven verwacht na de wijziging minder zelfstandigen te gaan gebruiken en dat 74% van de freelancers verwacht minder werk te krijgen.

Schiet de nieuwe regeling zijn doel voorbij?

De nieuwe regeling is vooral bedoeld om risicogroepen, in vooral de lagere uitvoerende functies, tegen uitbuiting te beschermen. Maar omdat de regeling voor iedere zelfstandige geldt, ondervindt elke beroepsgroep de toegenomen administratieve druk van het wegvallen van de VAR. En dat schiet het doel voorbij, vindt Voogt: “Bedrijven die veel zzp’ers inhuren voor allerlei verschillende soorten functies, zullen moeite krijgen om het allemaal administratief bij te benen; er moet immers voor ieder functieprofiel een contract worden opgesteld. Wat wij verwachten is dat er uiteindelijk organisaties zoals de onze ingezet gaan worden, die een contract met de kandidaat afsluiten. Als bemiddelaar kunnen wij een gestandaardiseerd contract afsluiten met de kandidaat en de klant factureren wij op uurbasis. Zo is alles weer gestroomlijnd. Dat neemt echter niet weg dat onze kandidaten niet tot de door de overheid bepaalde risicogroep horen, maar toch te maken krijgen met de toegenomen administratieve druk. Dat maakt de nieuwe regeling een paardenmiddel, waarmee de overheid voor veel onrust zorgt. Misschien dat het probleem van de schijnzelfstandigheid wel gedeeltelijk wordt opgelost, maar je maakt het een groot deel van de markt alleen maar moeilijker.”

In de praktijk

Of de nieuwe regeling daadwerkelijk voor de verwachte problemen gaat zorgen en tot werkverlies voor freelancers gaat leiden, zal de tijd moeten leren. “Er is op dit moment nog veel onduidelijkheid over de uitvoering en de invulling. En dat voorspelt denk ik niet veel goeds,” aldus Voogt. “We betwijfelen of het afschaffen van de VAR gaat doen wat het moet doen, omdat we simpelweg nog altijd geen zicht hebben op hoe de overheid alle aanpassingen op de modelcontracten in de praktijk gaat toetsen. Daarom gaan we een vervolgonderzoek doen op het moment dat de nieuwe regeling effectief is. We houden het scherp in de gaten.”

Gerelateerde artikelen