AFM: toezicht op cryptosector werkt niet goed genoeg

Ook al kent Nederland nu wetgeving voor cryptodienstverlening, het gereedschap voor toezichthouders is nog niet goed genoeg ontwikkeld om de financiële markt te beschermen. Zo verliezen toezichthouders de crypto-wedloop. Daarvoor waarschuwt AFM-topvrouw Laura van Geest.

Sinds eind vorig jaar is in Nederland de Markets in Crypto Assets Regulation (MiCAR) van kracht, een Europese regeling die vergunningen verplichtstelt voor cryptobedrijven en toezicht op de sector voorschrijft. De AFM verleende tot nog toe tien nieuwe vergunningen. “Toezicht kan echter niets afdoen aan het intrinsieke risico”, schrijft Van Geest in haar column “Crypto’s hebben geen onderliggende waarde, en hun waardering is – zacht gezegd – lastig.”

Van Geest vindt de MiCAR allerminst ideaal. “Voor dit bij uitstek internationale fenomeen is het toezicht verbrokkeld. Elke lidstaat bouwt zijn eigen kennis op, met zijn eigen toezichthouder.”

Het toezicht op crypto dienstverlening is bovendien minder robuust dan op elke andere willekeurige belegging, zo betoogt Van Geest. “De gedragsregels voor informatie en distributie zijn minimaal: informatie moet correct, duidelijk en niet-misleidend zijn, maar apps kunnen beleggers nog altijd verleiden tot gedragsfouten, zoals impulsief handelen en ‘fear of missing out’.”

Toezicht wordt vaak weggezet als een kostenpost, regelgeving als ‘red tape’ en bureaucratie, zo stelt de AFM-voorzitter. “Toch is een andere houding hard nodig als het om crypto gaat. De wedloop tussen de cryptowereld en de toezichthouders is volop gaande – en we staan al één-nul achter.”

“Het Europese voorstel voor een Savings and Investment Union heeft een MiCAR 2.0 nodig: centraal Europees toezicht, een bredere scope én reparatie van de omissies in de huidige regels.”