Afbouw hypotheekrenteaftrek: Dit kan het doen met je maandlasten

Inmiddels hebben het CDA, Groenlinks-PvdA, D66, ChristenUnie en Volt zich uitgesproken voor afbouw van de hypotheekrenteaftrek. Het tijdpad verschilt. Zo kiest GL-PvdA voor afbouw in 8 tot 12 jaar, terwijl het CDA minder haast heeft en rept over ‘tientallen jaren’. Woningmarktexperts stellen 15 jaar voor en De Nederlandsche Bank (DNB) 20 jaar.
Financieel intermediair Van Bruggen Adviesgroep heeft doorgerekend in hoeverre de maandlasten oplopen als de hypotheekrenteaftrek in 15 jaar wordt afgebouwd. Hierbij is Van Bruggen uitgegaan van een annuïteitenhypotheek, dit is de meest afgesloten hypotheek. De annuïteitenhypotheek geeft recht op hypotheekrenteaftrek omdat je deze binnen 30 jaar aflost.
De maandlasten bestaan uit een deel rente en een deel aflossing. Het rentedeel is eerst groter dan het aflossingsdeel, naarmate de jaren vorderen is het andersom. De netto maandlasten van de annuïteitenhypotheek stijgen dus omdat het rentedeel slinkt en je dus ook minder rente kan aftrekken. Het netto bedrag kruipt zo langzaam naar het brutobedrag toe.
Ook zonder verdere afbouw van de hypotheekrenteaftrek gaan de meeste huiseigenaren dus steeds minder profiteren van dit belastingvoordeel. De gemiddelde hypotheek die starters in 2025 aanvragen bedraagt 363.000 euro. Als we van dit bedrag uitgaan, dan stijgt de netto maandlast onder de huidige regels van 1.255 euro in het eerste jaar, naar 1.338 euro in het tiende jaar.
2 tientjes extra per maand
Stel nu dat de politieke partijen die de hypotheekrenteaftrek verder willen afbouwen hun zin krijgen. De renteaftrek wordt in 15 jaar afgebouwd. In dat geval loopt de netto maandlast in het tiende jaar op naar 1.560 euro. Dat is dus 222 euro meer dan zonder afbouw, wat neerkomt op twee tientjes extra per maand ten opzichte van de huidige situatie.
Van Bruggen wijst erop dat dit voor veel huishoudens best te behappen is, omdat inkomens in de praktijk harder groeien. Tussen 2015 en 2025 is het modale inkomen met 41 procent gestegen, waardoor het deel van het inkomen dat naar hypotheeklasten gaat slinkt.
Maar elke situatie is anders. De ene huiseigenaar zal de hypotheekrenteaftrek meer missen dan de ander. Het hangt er maar net vanaf hoever je in je looptijd zit en tegen welke rente je de hypotheek hebt afgesloten.
Volgens Van Bruggen Adviesgroep zullen starters de impact van een lagere renteaftrek sterker voelen dan huiseigenaren die al langer een hypotheek hebben. Omdat je bij een annuïteitenhypotheek zoals gezegd in het begin meer rente betaalt en dus meer voordeel geniet van de renteaftrek.
Aan de andere kant zijn er veel huiseigenaren die hun hypotheekrente vóór 2022 voor lange tijd vastgezet tegen een ultra lage rente van 1 tot 2 procent. Zij zullen waarschijnlijk niet wakker liggen van een lagere aftrek. Maar starters die nu een hypotheek afsluiten, hebben te maken met een rente van 3,5 procent tot 4 procent. Zij zullen de afbouw van de aftrek meer voelen. Al lijkt de schade in het bovenstaande voorbeeld beperkt te zijn bij een afbouw in 15 jaar.
Meevaller voor de schatkist
De afbouw van de hypotheekrenteaftrek kan een flinke meevaller voor de schatkist zijn. In 2025 de overheid 11,2 miljard aan inkomsten mis door het ‘douceurtje’ voor huiseigenaren. Bovendien is er al jaren kritiek op de aftrek.
Deze zou zorgen voor een tweedeling op de woonmarkt. Immers, huiseigenaren krijgen een voordeel dat huurders niet krijgen. Daarnaast zou het belastingvoordeel ook nog eens de huizenprijzen opdrijven, omdat huizenkopers meer te besteden hebben en dus ook hoger bieden op woningen.
Het IMF en de Europese Unie vinden dat de hypotheekrenteaftrek huizenkopers aanmoedigt om zich diep in de hypotheekschulden steken. Want Nederland zwemt erin. We hebben de hoogste hypotheekschuld per hoofd van de bevolking in de Europese Unie. Een risico, stelt De Nederlandsche Bank (DNB). Want dat huis in waarde daalt en onder het hypotheekbedrag zakt, zit je met een restschuld.
Dalende huizenprijzen zijn nu bijna niet voor te stellen, maar na de finananciële crisis van 2008 was dit tot en met 2013 toch echt het geval en stonden veel huizen ‘onder water’.
Dat huis hangt sterk samen met ons vertrouwen in de economie. Huiseigenaren die zich rijk voelen geven geld uit, maar als hun schuld groter is dan de woningwaarde, voelen ze zich arm en houden ze de hand op de knip. Nederland deed er daarom relatie lang over om uit het dal van de financiële crisis van 2008 te klimmen.
FOTO: Unsplash/Giorgio Trovato
LEES OOK: Veel starters op de woningmarkt liegen over studieschuld