Activeren uitgaven R&D in jaarrekening

Het verrichten van research naar en het ontwikkelen van (nieuwe) producten is een belangrijke economische activiteit waarbij letterlijk 'de kosten voor de baat gaan'. Mede om die reden is er in accountingstandaarden traditioneel veel aandacht voor de verwerking van dergelijke kosten van research & development.

Al in 1980 verscheen over dit onderwerp een internationale accounting standaard (IAS 9), die daarna diverse malen is aangepast en in 1999 werd vervangen door een geheel nieuwe standaard (IAS 38). In IAS 38 werden de criteria voor activering aangescherpt. Hoofdregel is dat researchkosten niet in aanmerking komen voor activering, maar direct ten laste van het resultaat worden gebracht.

Kosten voor development dienen te worden geactiveerd indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan en voldoende waarschijnlijk is dat hiermee toekomstige economische voordelen zullen worden gegenereerd. Deze voorwaarden zien er niet alleen op toe dat bijvoorbeeld het nieuwe product technisch kan worden ontwikkeld, maar dat voor dit product ook daadwerkelijk een markt is.

Ofwel de onderneming moet zowel technisch, commercieel als financieel in staat is om het ontwikkelingsproject succesvol af te ronden. Eveneens dienen de kosten voor een dergelijk project betrouwbaar kunnen worden gemeten. Door de Raad voor de Jaarverslaggeving zijn de criteria uit IAS 38 grotendeels overgenomen (in RJ 210). Voor geactiveerde ontwikkelingskosten dient een wettelijke reserve te worden opgenomen.

Bron: Tijdschrift Financieel Management: Jaarverslag.
Onder redactie van Martin Hoogendoorn en Gerard van Santen, partners bij Ernst & Young Accountants LLP

Gerelateerde artikelen