78 procent werknemers Nederland ambieert baan in buitenland
Bijna driekwart van de Europese medewerkers (74%) zou andere landen overwegen voor carrièremogelijkheden. Duitsland (21%), het Verenigd Koninkrijk (15%) en Frankrijk (12%) staan bovenaan de lijst van meest gewilde landen om te werken. Nederland staat op de negende plek in de ranking.
In Nederland ambieert 78 procent van de werknemers een baan in het buitenland, waarbij Duitsland, België en het Verenigd koninkrijk het populairst zijn. Nederlandse werknemers blijken sowieso flexibel te zijn: slechts 22 procent van de Nederlandse werknemers verwacht zijn hele leven bij hetzelfde bedrijf te werken. Van de werknemers onder de 35 jaar verwacht 43 procent zelfs binnen twee jaar van werkgever te wisselen.
Dit blijkt uit het onderzoek ‘The Workforce View’ van HR dienstverlener ADP onder 10.000 Europese werknemers, waaronder 1.300 Nederlanders.
Ranking Europese medewerkers
1. Duitsland
2. Verenigd Koninkrijk
3. Frankrijk
4. Zwitserland
5. Oostenrijk
6. België
7. Spanje
8. Noorwegen
9. Nederland
10. Italië
11. Zweden
12. Noord-Amerika
13. Ierland
14. Denemarken
15. Luxemburg
16. Finland
17. Portugal
18. Rusland
19. ‘Asia Pacific’
20. IJsland
Ranking Nederlandse werknemers
1. Duitsland
2. België
3. Verenigd Koninkrijk
4. Frankrijk
5. Oostenrijk
6. Denemarken
7. Luxemburg
8. Zweden
9. Zwitserland
10. Spanje
11. Bulgarije
12. Noorwegen
13. Kroatië
14. Tsjechië
15. Finland
16. Italië
17. Ierland
18. Noord-Amerika
19. Portugal
20. Cyprus
Wat maakt de toplanden zo aantrekkelijk?
Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk mogen dan wel populaire landen zijn, maar ze matchen niet altijd met de wensen van werknemers als het gaat om ruimte voor ontwikkeling en flexibele werktijden. Ook het stresslevel onder werknemers blijkt juist in de populaire landen hoog te zijn. In feite zouden werknemers een evenwichtiger leven en meer kansen hebben in landen die niet bovenaan de lijst staan. Opvallend is dat bij Nederlanders de voorkeur uitgaat naar Duitsland, terwijl de mate van stress tijdens werk daar hoger ligt dan in eigen land. Economische stabiliteit, afstand tot het land van herkomst en de gesproken taal blijken een grote rol te spelen in de wens om er te werken.
Het is waarschijnlijk dat het Britse referendum de aantrekkingskracht van het Verenigd Koninkrijk heeft beïnvloed. De Britten werden naar de tweede plaats gedrukt door Duitsland ondanks de vergelijkbare, zo niet betere kansen, in het Verenigd Koninkrijk en het Engels als meest gesproken taal in Europa.
Fransen en Britten honkvast
Niet alle Europeanen ambiëren een baan in het buitenland. Meer dan een kwart zou een internationale carrière nooit overwegen. Franse (46%) en Britse (43%) werknemers zijn het minst geïnteresseerd in het werken in het buitenland.
In Nederland blijft 22 procent hoe dan ook in Nederland werken. Vooral Nederlandse werknemers in de sectoren zorg en transport hebben geen interesse in een baan in het buitenland. Ook is er een duidelijk verschil tussen mannen en vrouwen, waarbij veel meer vrouwen (31% vs. 19%) aangeven niet in het buitenland te willen werken. De levensfase lijkt een belangrijke rol te spelen. Jongere werknemers zien meer kans om in het buitenland te werken. Maar liefst 92 procent van de 16-24-jarigen is geïnteresseerd in het nastreven van carrièremogelijkheden in het buitenland, tegenover slechts 53 procent van de 55-plussers.
“Het is duidelijk dat de honger naar werken in het buitenland groot is onder Europese werknemers,” zegt Martijn Brand, General Manager bij ADP Nederland. “Bedrijven kunnen in hun zoektocht naar talent daarop inspelen door de werkomgeving internationaler te maken en internationale medewerkers meer tegemoet te komen. Door buitenlands talent en werknemers van verschillende achtergronden aan je te binden vergroot je je mondiale concurrentievermogen.”