7 nieuwe Europese regels voor faillissement en doorstart

EU-ministers van Justitie een akkoord bereikt over nieuwe regels voor faillissementen en doorstart. Er zijn zeven belangrijke punten. De richtlijn is nog niet definitief aangenomen; de lidstaten moeten overeenstemming bereiken over de resterende onderdelen van het voorstel. De verwachting is dat de richtlijn in de loop van 2025 formeel wordt goedgekeurd en in werking treedt.
-
Verplichting voor bestuurders om tijdig faillissement aan te vragen
Bestuurders moeten binnen drie maanden na het besef van financiële problemen een verzoek tot insolventie indienen. Er is een uitzondering voor bestuurders die maatregelen nemen om schade voor schuldeisers te voorkomen. -
Uitbreiding van de mogelijkheden voor terugvordering van transacties
Er worden Europese minimumvoorschriften geïntroduceerd die het mogelijk maken om transacties die schadelijk zijn voor schuldeisers te annuleren, zelfs als ze vóór de insolventieprocedure plaatsvonden. -
Verbeterde opsporing van activa
Er komt betere toegang tot nationale en Europese registers, zoals bankrekeningen en eigendomsregisters, om activa die tot de boedel behoren sneller te identificeren. -
Invoering van ‘pre-pack’ procedures
Er wordt gewerkt aan de introductie van ‘pre-pack’ procedures, waarmee bedrijven hun doorstart kunnen voorbereiden voordat ze officieel failliet zijn verklaard. -
Vereenvoudigde afwikkeling voor micro-ondernemingen
Er komen vereenvoudigde procedures voor de afwikkeling van insolventie bij micro-ondernemingen, wat hen helpt sneller en met minder kosten uit een faillissement te komen. -
Oprichting van schuldeiserscommissies
Er wordt gewerkt aan de oprichting van schuldeiserscommissies om de belangen van schuldeisers beter te vertegenwoordigen in insolventieprocedures. -
Verbeterde transparantie
EU-lidstaten moeten kerninformatie over hun nationale insolventieregels beschikbaar stellen via een gestandaardiseerde factsheet, wat de voorspelbaarheid en transparantie voor investeerders vergroot.
Gevolgen voor Nederland
De voorgestelde richtlijn kan aanzienlijke gevolgen hebben voor het Nederlandse faillissementsrecht. Zo wordt de mogelijkheid van ‘pre-pack’ procedures geïntroduceerd, wat momenteel niet is toegestaan in Nederland. Daarnaast wordt de verplichting voor bestuurders om tijdig faillissement aan te vragen, met mogelijke aansprakelijkheid bij niet-naleving, een nieuw element in het Nederlandse rechtssysteem. Ook de uitbreiding van de mogelijkheden voor terugvordering van transacties kan leiden tot aanpassingen in de Nederlandse.