7 maatregelen om snel van Russische brandstoffen af te komen
Onze democratisch gekozen nationale leiders in Nederland en in andere landen van de EU hebben ons als burgers in de huidige olie- en gas wurggreep van Poetin en de Russische oligarchen gepositioneerd in de afgelopen 30 jaar sinds de val van de muur.
Het goede nieuws is dat er in Nederland andere opties beschikbaar zijn om sneller uit deze afhankelijkheidspositie te komen in plaats van het alleen maar snel zoeken van alternatieve leveranciers voor ons huidige niet-duurzame oude-normaal ‘groeien-moet’ economische systeem, het blijven spekken van de zakken van Poetin en zijn vrienden en de financiering van de oorlog in Oekraïne en de landen daarom heen.
7 praktische maatregelen:
1) Het drastisch beperken van ons eigen nationale gas- en olieverbruik door het snel aannemen van noodwetten, zoals in de jaren zeventig van de vorige eeuw tijdens de olieboycot van Nederland door de OPEC ook is gedaan: autoloze zondagen en dieselolie en diesel op de bon. Als de vraag afneemt, gaan de prijzen ook naar beneden.
2) Het snel heropenen de grote aardgasreserves in Noord-Nederland (zoals ex-minister Ruding al onlangs voorstelde) in combinatie met het direct overmaken van de miljoenen euro’s aan schadevergoeding aan individuele Groningers buiten de bestaande overheidsinstellingen om. Dit zijn miljoenen en miljarden die nu dagelijks aan Poetin en de Russische oligarchen wordt overgemaakt. Zodat de individuele Groningers of snel kunnen verhuizen of hun huizen snel kunnen versterken tegen aardbevingen.
3) Het snel produceren, bouwen en plaatsen van duurzame woningen inclusief ‘off-the-shelf’ houten woningen, tiny houses en containerwoningen door innovatieve startups en scale-ups en hun virtuele netwerken.
4) Snelle goedkeuring van noodwetten om vergunningen te verlenen voor a) het snel bouwen van fabrieken voor vloeibaar gas en waterstoffabrieken en b) het snel plaatsen van die duurzame woningen (zie 3). Iets wat veel huidige nationale, provinciale en lokale wetten je in Nederland verbieden.
5) Het snel beperken van niet-noodzakelijke mobiliteit: drastisch indammen van niet-noodzakelijke korte zakelijke en vakantievluchten, drastisch beperken van niet-noodzakelijke mobiliteitsbewegingen voor bijvoorbeeld onnodig klassikaal & groepsgewijs onderwijs en drastisch beperken van niet-noodzakelijke mobiliteitsbewegingen vanwege onnodig werken op kantoor.
6) Het snel herijken van de bestaande silo-overheidsuitgaven naar echt ‘sustainable public financing’, inclusief de torenhoge niet-noodzakelijke overheidsuitgaven voor de niet-noodzakelijke ‘organisatiekosten’ van de uit de kluiten gewassen overheid zelf: de eigen operationele kosten van de gigantische bureaucratie in en onder verantwoordelijkheid van ieder Ministerie en sinds corona de organisatiekosten van de alsmaar groeiende silo ‘bureauspace’ op nationaal, ministerieel, regionaal, provinciaal en gemeentelijk niveau.
Inclusief de operationele kosten van de 70 (!) werkgroepen in Den Haag die naar verluid bezig zouden zijn om de stikstofcrisis op te lossen en de naar verluid 130 plus provinciale teams, werkgroepen en projectgroepen die zich daar op provinciaal niveau mee bezighouden met tot nu toe weinig tot geen praktisch zichtbaar resultaat behalve een groeiende hoeveelheid nota’s en rapporten van de nieuwe ‘stikstop-minister’.
En dan hebben we het nog niet eens over al de externe management en sustainability consultants die daarbij op alle overheidsniveaus worden ingehuurd.
7) Pragmatisch leiderschap tonen door politici in crisistijd. De oorlog in Oekraïne en de gevolgen daarvan voor burgers in Nederland en in de andere Europese landen, vraagt om pragmatisch ‘#cutthecrap’ leiderschap op nationaal en Europees niveau, niet het ‘polderleiderschap’, het ‘we moeten iedereen meekrijgen’ leiderschap van de ministers in onze Nederlandse regering, de Eerste en Tweede Kamer en binnen de EU sinds het begin van de oorlog.
Nood breekt wet om de afhankelijkheid van Russische olie en Russisch gas sneller te beperken.
Tony de Bree werkte tussen 2001 en 2004 bij ABN AMRO Trust als global project manager eTrust, vanaf 2004 t/m 2005 bij Global Compliance Private Banking, tot 2008 o.a. als managementteamlid van Due Diligence Central en vanaf 2008 t/m 2011 als global splitsingsmanager KYC voor ABN AMRO wereldwijd (data, documentatie en ICT-systemen). Hij is o.a. auteur van ‘Dagboek van een bankier’ waarin hij in verhalen als ‘Lege kamers’ op de Zuidas zijn ervaringen op dit gebied tussen 2001 en 2011 inclusief onder CEO Zalm deelde. Sinds 2011 houdt hij zich o.a. bezig met het adviseren en opleiden van FinTech & RegTech startups & scale-ups.