12 aanpassingen in de arbeidsvoorwaarden van 2026

Van jeugdloon en transitievergoeding tot WKR en fiets van de zaak.

Komend jaar verandert er het een ander aan wettelijk geregelde arbeidsvoorwaarden. Van het jeugdloon en de transitievergoeding tot de WKR en de regeling voor de fiets van de zaak.

  1. Minimum(jeugd)loon
    Het bruto wettelijk minimumuurloon voor 21-jarigen en ouder stijgt per 1 januari 2026 naar 14,71 euro per uur Het gaat om de reguliere, halfjaarlijkse aanpassing.
  2. Algemene bezoldigingsmaximum 2026
    Het algemene bezoldigingsmaximum (Wet normering topinkomens, WNT) voor 2026 is vastgesteld op 262.000 euro. Ten opzichte van 2025 is dat een verhoging van 6,3 procent.
  3. Gelijkwaardige beloning uitzendkrachten
    Hoewel het wetsvoorstel Flex nog niet per 1 januari 2026 van kracht is, is in de uitzend-cao die per 1 januari 2026 geldt rreeds opgenomen dat uitzendkrachten gelijkwaardig aan werknemers werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies in dienst van de inlener beloond dienen te worden.
  4. Strengere handhaving schijnzelfstandigheid
    Vanaf 1 januari 2026 wordt er strenger gehandhaafd op schijnzelfstandigheid, waarbij de Belastingdienst weer controles kan uitvoeren zonder voorafgaande waarschuwing en naast naheffingen ook weer boetes kan opleggen.
  5. RVU-regeling
    Vanaf 1 januari 2026 maakt vrijstelling van de RVU-heffing (Regeling Vervroegd Uittreden) het opnieuw mogelijk om aanvullende afspraken te maken met werknemers over vervroegd uittreden. Werkgevers mogen werknemers die 36 maanden of minder van hun AOW-leeftijd zijn verwijderd, een zogeheten RVU-uitkering toekennen. Tot het bedrag van de drempelvrijstelling is geen pseudo-eindheffing verschuldigd. Het bedrag van 2026 is euro 2.357 bruto per maand.
  6. Einde loonkostenvoordeel nieuwe instroom 56+
    Per 1 januari 2026 vervalt het loonkostenvoordeel (LKV) voor werknemers van 56 jaar of ouder voor iedereen die op of na 1 januari 2024 in dienst is gekomen. Voor oudere werknemers die vóór die datum zijn aangenomen, blijft het voordeel wel gelden. Voor werknemers die in dienst zijn gekomen vóór 1 januari 2024 wordt het LKV voor oudere werknemers niet verlaagd en afgeschaft. Voor hen houdt de werkgever maximaal drie jaar recht, dus tot uiterlijk 1 januari 2027, op het LKV voor oudere werknemers.
  7. Transitievergoeding
    De maximale transitievergoeding in 2026 is vastgesteld op 102.000 euro bruto.
  8. ETK-regeling
    Onder de ETK-regeling kunnen werkgevers onbelast zogenaamde extraterritoriale kosten onbelast vergoeden aan werknemers. De werkgever kan kiezen uit twee regelingen: de zogeheten 30%-regeling (ook wel expatregeling geheten) en de ETK-regeling. Bij keuze voor de ETK-regeling worden de werkelijke extraterritoriale kosten vergoed. De 30%-regeling ondergaat in 2026 geen veranderingen. De ETK-regeling wordt wel versoberd. Bepaalde kosten kunnen niet meer onbelast vergoed worden vanaf 1 januari 2026. Het gaat daarbij om extra kosten van levensonderhoud doordat het prijspeil in Nederland hoger is dan in het land van herkomst van de werknemer; hieronder vallen ook de kosten van gas, water, licht en andere nutsvoorzieningen. Extra gesprekskosten voor privédoeleinden met het land van herkomst worden evenmin nog onbelasst vergoed.
  9. Salariseis 30%-regeling
    De salarisnorm voor de 30%-regeling voor werknemers met een specifieke deskundigheid bedraagt komend jaar 48.013 euro  (2025: € 46.660). Voor werknemers die nog geen 30 jaar oud zijn, bedraagt de salarisnorm 36.497 euro (2025: € 35.468). De WNT-norm en de aftopgrens voor toepassing van de 30%-regeling bedraagt komend jaar 262.000.
  10. Vrije ruimte WKR
    In 2026 is de vrije ruimte over de eerste schijf 400.000 euro van de loonsom 2 procent. Over het meerdere bedraagt de vrije ruimte 1,18 procent.
  11. Thuiswerk- en reiskostenvergoeding
    De belastingvrije thuiswerkvergoeding gaat omhoog naar 2,45 euro. De maximale onbelaste reiskostenvergoeding blijft 0,23 cent per kilometer.
  12. Fietsregeling
    De bijtelling voor een fiets die alleen voor woon-werkverkeer wordt gebruikt vervalt vanaf 1 januari 2026. De fiets mag maximaal 10% van de tijd thuis gestald zijn. Deze regel geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020. De aanpassing moet nog goedgekeurd worden.
Gerelateerde artikelen