‘Winkelopeningen belangrijke stap vooruit’

Dat de winkels mogelijk volgende week onder voorwaarden weer open mogen is een belangrijke stap vooruit.

Dat zegt branchevereniging INretail in een reactie op de versoepelingen die waarschijnlijk dinsdagavond aangekondigd worden. De Raad Nederlandse Detailhandel (RND) hoopt dat veel consumenten bij de heropening uitgestelde aankopen zullen doen, waarmee iets van het omzetverlies kan worden goedgemaakt.

De detailhandel zou per 28 april weer open kunnen gaan zonder dat mensen van tevoren een afspraak moeten maken. De winkels moeten dan wel ervoor zorgen dat er niet te veel mensen in de winkel aanwezig zijn.

Volgens INretail heeft de sector al voor het afkondigen van de lockdown bewezen dat winkels op deze manier veilig open kunnen en zijn ze er al weken klaar voor. De winkelorganisatie benadrukt ook dat er protocollen liggen voor de 2500 winkelgebieden in Nederland om veilig ‘open’ te kunnen. Daarbij zijn winkels volgens INretail nooit een coronabesmettingshaard geweest.

Volgens de organisatie zal het nog wel even duren voordat alles weer is zoals het was voor de crisis. Daarbij hebben de winkelbedrijven grote schade geleden door de beperkingen. En ook na de versoepelingen van volgende week is het voor veel bedrijven een strijd om voldoende omzet te realiseren.

Volgens de RND is het goed dat “het bloeden wordt gestopt” en staan winkeliers te popelen om weer open te mogen. Maar er is ook een hoop herstelwerk te doen. Dan gaat het met name om de compensatie aan gedupeerde ondernemers. Iedere week dat winkels dicht moesten blijven betekende 680 miljoen euro omzetverlies.

De RND zou graag zien dat ondernemers “proportioneel” worden gecompenseerd, waarbij ondernemers met meerdere filialen ook per winkel recht zouden hebben op een vergoeding in plaats van de huidige regeling per bedrijf.

De winkelorganisatie is met de overheid in gesprek om te komen tot een aanpak. De raad erkent dat er altijd een ondernemersrisico is. Maar er moet volgens de organisatie meer gekeken worden naar de daadwerkelijke schade die is geleden. “Daar zijn we nog niet uit”, aldus een woordvoerder van de RND.