Tabaksblat: een rapport voor op het nachtkastje

fallback
Sinds 1 januari 2004 heeft Nederland een code voor deugdelijk ondernemingsbestuur, de code Tabaksblat. Na veel begeleidend publicitair rumoer in 2003 is er een definitieve tekst geformuleerd die normen bevat voor het handelen van bestuurders, commissarissen en aandeelhouders. De belangrijkste punten op een rij.

De code bevat regels van zelfregulering, maar heeft niet de status van een wettelijke verplichting. Het kabinet heeft wel aangekondigd via een algemene maatregel van bestuur naleving van de gedragscode voor te schrijven aan beursvennootschappen.

Naar verwachting zal het dan gaan om een verplichting om in het jaarverslag van beursvennootschappen hun corporategovernance-structuur uiteen te zetten en beleid te formuleren, onder de verplichting gemotiveerd aan te geven waarom eventueel van de bepalingen in de code is afgeweken.

De code richt zich allereerst op het bestuur van een beursvennootschap. Er worden bijvoorbeeld randvoorwaarden gesteld aan de beloningsstructuur, die erop zijn gericht om de belangen van de vennootschap op middellange en langere termijn te bevorderen.

Daarbij gaat het onder meer om maximale vergoedingen bij ontslag en inkomenscomponenten die zijn gekoppeld aan duidelijk bepaalde doelen. Ook het aantal commissariaten dat de bestuurder van een beursvennootschap mag bekleden is beperkt.

Zo is een commissariaat bij een andere beursvennootschap niet toegestaan anders dan na toestemming van de eigen Raad van Commissarissen, en is bovendien het aantal van dergelijke commissariaten beperkt.

Ook zijn er verplichtingen gericht op het vermijden van iedere schijn van belangenverstrengeling tussen bestuurders en de vennootschap.

Eisen, eisen…
Verder richt de code zich tot de Raad van Commissarissen, het vennootschapsrechtelijke orgaan dat bij uitstek verplicht is toezicht te houden op het beleid van het bestuur.

Onafhankelijkheid van commissarissen is daarbij van groot belang, en de code bevat dan ook een uitgebreide lijst van vereisten waaraan commissarissen dienen te voldoen.
In essentie gaat het om het creëren van een situatie dat de commissaris niet anders dan als commissaris zakelijk of financieel bij de vennootschap betrokken is.

Ook hier geldt verder weer een numerieke beperking en mag bijvoorbeeld het aantal commissariaten bij Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen niet meer dan vijf bedragen, waarbij voorzitterschap gezien wordt als twee commissariaten.

Er is nog een bijzondere invalshoek voor CFO’s: er moet tenminste één financieel expert lid zijn van de Raad van Commissarissen!

Ten slotte is een belangrijke rol weggelegd voor de algemene vergadering van aandeelhouders. Bestuurders en commissarissen zijn op hun beurt weer verantwoording verschuldigd aan de algemene vergadering van aandeelhouders.

Er zijn tal van regels opgenomen om deze rol van de aandeelhouders nader vorm te geven. Die regels voorzien onder meer in de verplichting de aandeelhouder in staat te stellen afwijkingen van de best practice normen van de code te beoordelen, verruiming van de mogelijkheid om effectief van vergaderrechten gebruik te maken, etc.

Algemene norm De code richt zich formeel op beursvennootschappen. Dit betekent zeker niet dat niet-beursgenoteerde vennootschappen de code kunnen negeren.

De code vormt voor een belangrijk deel een weergave van normen van algemeen aanvaarde opvattingen over behoorlijk bestuur. En wat behoorlijk bestuur is bij een beursvennootschap zal dit veelal ook zijn bij andere vennootschappen.

Het is aannemelijk dat bijvoorbeeld in het kader van de procedure bij de Ondernemingskamer toetsing aan normen van de code een factor van belang zal worden.

In de context van een enquêteprocedure zal bij de beoordeling van de vraag of er sprake is van wanbeleid niet nakoming van de code een belangrijke rol kunnen gaan spelen.

Ook in procedures over bestuurdersaansprakelijkheid is te verwachten dat niet naleving van de code voor bestuurders een negatief effect zal hebben.

Aandeelhouders hebben met de code een extra instrument om hun rechten vorm te geven. Alle bestuurders en commissarissen van vennootschappen actief in Nederland, beursgenoteerd of niet, is aan te raden de code niet alleen op het nachtkastje te leggen, maar deze ook eens te lezen. Een CFO is ook ‘maar’ een bestuurder, en voorkomen blijft beter dan genezen!

Ken Breken is advocaat te Amsterdam. Hij is partner in de sectie Banking & Finance van Lovells. www.lovell.nl/tabaksblat

Gerelateerde artikelen