Zo realiseert u structureel betere werkkapitaalposities (FM Club)

Hoe kijken bankiers aan tegen uw financieringsstructuur? Financieel analist en topdocent Jean Gieskens vertelde het tijdens een bijeenkomst van FM Club.

Bekijk hier de foto's van FM Club

Ondanks de hitte hebben toch ruim 50 financials de weg gevonden naar de tweede editie van FM Club in 2017 op het hoofdkantoor van Oracle in Utrecht. De eerste masterclass van Jean Gieskens gaat over het realiseren van betere werkkapitaalposities. Het tweede verhaal van Robert van Espelo (Digital Director EMEA bij Oracle) gaat over digitale transformatie. 
 
Gieskens begint bij de vier financiële problemen waar bedrijven tegenaan kunnen lopen. Hij vertelt hoe een vriend van hem een kerstpakket kreeg van een overheidsorganisatie met daarin een kadobon van… de V&D. “Mijn vriend zei dat V&D insolvabel was geworden. Nee! Bedrijven gaan niet failliet omdat ze insolvabel zijn, maar omdat ze geen cash meer hebben om schulden en leveranciers te betalen. V&D had een acuut probleem. Het bedrijf was illiquide geworden.” 
 
Een tweede anekdote gaat over een bezoekje dat Gieskens in 2006 bracht aan een grote telecomleverancier. De CFO liet hem weten dat het bedrijf zich vooral bezig wilde houden met de lange termijn, en het onderwerp liquiditeit van Gieskens maar oninteressant vond. “Je kunt alleen de lange termijn bereiken als je de korte termijn overleefd. Kortom, je moet dit wel aanpakken”, aldus Gieskens. 
 
Het tweede financiële probleem dat zich kan voordoen is een chronisch probleem. Het bedrijf is verlieslatend ofwel onrendabel. Dit hoeft volgens Gieskens niet zo erg te zijn; sommige familiebedrijven zijn al jaren verlieslatend en blijven toch voortbestaan. Ook Netflix bestaat al 26 jaar en maakt pas zes kwartalen winst. “Wanneer je private investeerders hebt die geloven in het idee kun je het lang volhouden.” Hans van Breukhoven, inmiddels overleden, was volgens Gieskens blijkbaar een minder goede prater dan meneer Netflix. Hij had hetzelfde idee, maar kreeg het geld niet los van de Rabobank. 
 
Een structureel probleem ontstaat wanneer je onderneming vol met vreemd kapitaal zit. Wanneer er iets mis is met de vermogensstructuur van een onderneming spreken we van insolvabiliteit. Hoe hoger de leverage – het vreemd vermogen – hoe lager de solvabiliteit. Het aantrekken van meer vreemd vermogen is niet per definitie verkeerd. Het kan ondernemingen in staat stellen te investeren en te groeien. Maar omdat de rente veel geld kost en de schuldverplichting risico’s met zich meebrengt moet er wel (veel) meer rendement tegenover staan. 
 
Het laatste probleem is het strategische probleem. Anders dan de eerste drie is dit probleem niet op de balans terug te vinden. Het zit in de toekomst en is dus vaak onzichtbaar. Gieskens toont een rijmpje dat nog uit de tijd van de VOC stamt:
 
Ze dronken een glas
Deden een plas
En alles bleef zoals het was.  

 
“Dit raakt de kern”, aldus Gieskens. “Als u nu een business heeft in floppy disks of VHS-banden – ooit sexy innovaties – heeft u nu toch een probleem.” 
 
Banken en werkkapitaal
Banken kijken anders naar de financiële positie van een bedrijf dan accountants/boekhouders dat doen. Boekhouders zijn ‘verticale saldisten’, stelt Gieskens. “Accountancy is een sorteer wetenschap: links en rechts moeten gelijk zijn. Bankiers kijken horizontaal naar de balans. Wanneer zij het hebben over werkkapitaal kijken ze andere dingen. De financial kijkt naar het waarde-kringloopschema. De bankier wil weten: hoe is de toko gefinancierd?” 


 
Bankiers gebruiken 21 ratio’s uit Basel 2 voor de beoordeling van uw onderneming waarvan er 11 betrekking hebben op de boekhouding. De gouden balans is cruciaal voor financials om te kennen, aldus Gieskens. Dit geeft u een goed beeld over of u volgens de bank een gezonde financierings- en vermogensstructuur heeft. 
 
De Gouden Balansregel houdt in dat vaste activa (bezittingen die langer dan een jaar worden aangehouden) gefinancierd dienen te worden met langlopende passiva, te weten eigen vermogen, voorzieningen en lang vreemd vermogen. Vlottende activa (bezittingen die minder dan een jaar worden aangehouden) dienen gefinancierd te worden met vlottende passiva. 
 
Middels twee ratio's kan worden berekend of aan de Gouden Balansregel voldaan is. De eerste is: 
 
Bruto werkkapitaalratio = vlottende activa / vreemd vermogen kort (max. 1 jaar) 
 
Dit is de current ratio. De norm is 1,3. 
 
De tweede ratio is: 
 
Gouden Balansregel-ratio (GBR-ratio) = vaste activa / (eigen vermogen + voorzieningen + langlopende schulden)
 
Bij voorkeur liggen de uitkomsten van de GBR-ratio tussen de 0,5 en 0,8. Bij een uitkomst beneden de 0,5 is er een tendens naar overliquiditeit; een uitkomst boven de 0,8 duidt op een tendens naar mogelijke illiquiditeit.
 
“Stuur nooit op één driver”, besluit Gieskens. “Maar ken de verschillende drivers die uw werkkapitaalpositie bepalen.”  

De presentatie van Jean Gieskens is als PDF beschikbaar. Eveneens beschikbaar is een Excel-model waarin de ratio's berekend worden aan de hand van de balans van voorbeeldonderneming Wiel BV. Wilt u deze bestanden ontvangen, stuurt u dan een e-mail aan Jeppe Kleyngeld, hoofdredacteur FM.nl, via jkleyngeld@financieel-management.nl

Gerelateerde artikelen