Spic & spac (2)

spac
De ‘special purpose acquisition company' is een ware hype momenteel. Wat zijn de plussen en minnen?

Lees ook: Spic en spac (1)

Zoals gesteld is er omtrent normale beursgangen veel regelgeving. Zo kan de hausse aan spacs een symptoom zijn dat in de groei naar meer regelgeving en controle, de wal het schip keert.

 

Spacs zijn vooral bedoeld om kostbare administratie en juridische haarkloverij van een normale beursgang te ontwijken. Immers, er hoeft geen dik prospectus met bijlages vol cijfers uit het verleden te worden opgehoest. Daarbij kost een beursgang al snel 4% tot 8% van het opgehaalde kapitaal (accountants, fiscalisten, zakenbankiers, juristen, communicatiebureaus, e tutti quanti…).

Boeiend voordeel is wel dat een kleine belegger mee kan doen in venture capital-achtige avonturen – je stapt toch wat eerder in. Het kan van beleggen weer het avontuur maken wat het – in de goede zin – zou kunnen (en moeten) zijn.

Op het moment dat een spac een overnamevoorstel wereldkundig maakt, kunnen de spac-beleggers meegaan met het voorstel, of de optie om hun inleg terug te vragen uitoefenen. Het rendement van de spac-beleggers hangt uiteraard af van de waardeontwikkeling na de overname van de beursnotering. Meestal krijgen de spac-beleggers ook warrants – die geven het recht om gedurende een bepaalde tijd tegen een vooraf bepaalde prijs aandelen te kopen. Als alles goed gaat worden de initiatiefnemers van de spac bijna ‘friends-with-benefits’…

Al blijft het opletten… Zo bestaat het gevaar dat als de deadline van twee jaar in zicht komt, het management van de spac met een minder aantrekkelijke deal komt – immers, zonder deal krijgen beleggers hun inleg terug, én blijft het spac-management met een lege huls en de initiële kosten zitten.

Daar raakt het een tweede aspect van opletten… de voordelen voor de initiatiefnemers van de spac. Doorgaans krijgen zij eenvijfde van de aandelen, en vaak tegen een heel voordelige prijs. Die korting is natuurlijk (letterlijk) niet voor niets. Iemand ‘betaalt’ daarvoor: de aandeelhouders.

Neem ESG Core, een initiatief van Infestos (het investeringsvehikel van de Twentse zakenman Ten Doeschot); het doel is om € 200m tot € 250m op te halen – om te investeren in de sfeer van maatschappelijk verantwoord ondernemen (het liefst met ‘unieke technologie’).

De kosten van de notering – ca. € 6m – worden gedragen door Infestos, dat zelf ook onmiddellijk € 15m investeert. Infestos rekent verder een jaarlijkse ‘consultancy fee’ van € 150k voor het begeleiden van de spac en de target die later in de beurshuls wordt geschoven. Kassa!

Infestos kan een belang van 20% verwerven wanneer een overname wordt gerealiseerd. Daarvoor brengt Infestos haar netwerk in, het track record en al het werk dat erin wordt gestoken; het is de beloning voor de toegang tot deze investeringsmogelijkheid.

Natuurlijk. Het zou ontroerend zijn, als het naast gangbaar niet ook grensde aan ‘greedy’…

(zo verwierf Dutch Star Company One een belang van ‘slechts’ 5% in CM.com).

Het lijkt er op dat spacs nu het midden houden tussen blanco cheque bedrijven en gerichte boeiende ventures. Ze zijn nu de top van de markt én hotter dan hot. Maar ze kunnen een afspiegeling zijn van een forse bubbel, óf ze kunnen een rechtmatige plaats vinden in het instrumentarium van kapitaalverschaffing. Met de enorme hausse nu, moeten we dat binnen twee jaar te weten komen.

Leo van der Voort

Door Leo van de Voort. Hij is bestuursadviseur bij Fuel for Living Strategies, voormalig directeur corporate finance Kempen & Co en auteur van het boek Vensters op waarde.

 

Gerelateerde artikelen