Slaan we door?

Er waait een andere wind in de bestuurskamers. In de nasleep van boekhoudschandalen is een stroom van wet- en regelgeving op gang gekomen, afgekondigd door een veelheid aan instanties. Gaat u maar na: Nederlandse ondernemingen worden geconfronteerd met IFRS, Tabaksblat en het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM).

Zoals financieel directeur Arp van De Telegraaf zich onlangs liet ontvallen: ‘IFRS, Tabaksblat, Frijns… Met zijn allen betalen we miljoenen voor dit soort flauwekul.’ Dit is een wellicht enigszins ongenuanceerd. Maar waarschijnlijk geeft het wel het gevoel in menig bestuurskamer weer. Zijn we niet doorgeschoten? Moeten we niet onze bestaande regels verder verduidelijken en beter op elkaar afstemmen? Is reductie niet de beste remedie voordat we weer nieuwe regels afkondigen? Natuurlijk moet het bestuur op adequate wijze de eigenaren van de onderneming informeren. Echter, het mag niet zover gaan dat een onderneming elk woord moet wegen tijdens een bijeenkomst met analisten of de pers. Dat uit angst voor de AFM. Het is internationaal aanvaard dat een autoriteit toezicht uitoefent op de verslaggeving door ondernemingen. Echter, op dit moment is onvoldoende duidelijk welke maatstaven de AFM hiervoor hanteert en hoe de rol van de AFM zich verhoudt tot die van de accountant. De richtlijnen van de AFM verdienen in dit kader nog wel enige verduidelijking. Om concreet te worden leg ik u het volgende voorbeeld voor: wanneer en welke informatie moet een onderneming over een voorgenomen acquisitie bekendmaken? Is de AFM van mening is dat een onderneming in elk persbericht dat de onderneming uitbrengt naar aanleiding van een acquisitie alle details (prijs, omzet, winst en dergelijke) vrij moet geven? Of heeft de AFM een ander standpunt? Iets soortgelijke geldt voor informatie die onder IFRS bekendgemaakt moet worden. Uit een recent onderzoek van een accountantsorganisatie begreep ik dat beleggers de additionele informatie onder IFRS belangrijk vinden. Met name informatie over operationele en . nanciële risico’s. Denk aan pensioenverplichtingen en (voormalige) off balance verplichtingen (bijvoorbeeld derivaten). Ook over IFRS vraag ik me af of we niet erg ver zijn doorgeschoten in de toelichtingvereisten. Is een gedetailleerde uitsplitsing van de latente belastingen naar balanspost nodig? Kortom: overleg tussen instanties als de AFM en de International Accounting Standards Board is gewenst. Dat om te bewerkstelligen dat de markt adequaat wordt geïnformeerd en een onderneming datgene kan doen voorvoor zij primair bestaat: ondernemen. Matthijs Lusse, Group Controller Wolters Kluwer & Controller van het jaar 2005

Gerelateerde artikelen