Scholing werknemer amper prioriteit bij werkgevers

Raar maar waar: anno 2006 ziet bijna één op de vijf Nederlandse werkgevers geen voordeel in het aanbieden van aanvullende trainingen aan werknemers. Ook interculturele training is volgens bijna de helft van de ondervraagden niet nuttig voor medewerkers. Dit blijkt uit een internationaal arbeidsmarktonderzoek van financieel uitzend- en detacheringsbureau Accountemps dat is gehouden in elf landen onder 1765 Human Resources en Finance Managers.

Net als in Nederland, stimuleert internationaal gezien ook bijna éénvijfde van de werkgevers hun medewerkers niet met aanvullende scholing. In Frankrijk (38%), België (36%), Italië (33%) en Luxemburg (28%) is dat nog vaker het geval.

“Werkgevers zien het aanbieden van trainingen en cursussen aan medewerkers nog steeds als een voorrecht. Niet als een ontwikkelingsmogelijkheid waar zowel werkgever als werknemers van kunnen profiteren”, stelt Silvia Schilder, division manager Accountemps. “Wel constateren we een verschuiving. Veel bedrijven gebruiken cursussen en ontwikkelingsmogelijkheden tegenwoordig als middel om goede mensen aan te trekken. Trainingen spreken medewerkers terecht aan omdat zij zichzelf hiermee verder kunnen ontwikkelen.”

Landen zoals Tsjechië en Ierland scoren veel beter. Hier stimuleren werkgevers slechts 2% en 5% hun medewerkers níet met aanvullende training. Van de ondervraagde Nederlandse managers die wél trainingen aanbiedt aan werknemers, vergoedt maar liefst 67% de kosten hiervan helemaal en 13% gedeeltelijk.

Bij 2% wordt dit gecompenseerd met flexibele werkuren of vakantiedagen. 82% van de geïnterviewde Nederlandse managers stelt dat hun organisatie op enige manier de ontwikkeling van medewerkers stimuleert. Vergeleken met de resultaten van de elf deelnemende landen eindigt Nederland met een zesde plek in de middenmoot. Opvallend is dat Nederland juist heel goed scoort met de totale vergoeding van trainingen en opleidingen. Met 67% hoeft het alleen Tsjechië (94%) voor zicht te laten. Dit in tegenstelling tot Frankrijk waar slechts 41% van de ondervraagden aangeeft de opleidingskosten geheel te vergoeden. In Australië en Duitsland bedraagt dit percentage 42%.

Op de vraag in welke aanvullende trainingen bedrijven voorzien, scoren de face-to-face trainingen zowel in Nederland als internationaal het hoogst. Van de face-to-face trainingen wordt in Nederland de externe soft skill training, waarbij de sociale vaardigheden van medewerkers verder worden ontwikkeld, het meest genoemd (58%).

Internationaal is vooral de externe technische face-to-face training het meest populair (64%). Hierbij ligt de nadruk vooral op de inhoudelijke vakkennis van een medewerker. Ondanks de vele mogelijkheden van internet, zijn online trainingen zowel internationaal als in Nederland minder populair dan interne en externe face-to-face trainingen.

Tsjechië, waar maar liefst 98% van de ondervraagden aangeeft opleidingen bij medewerkers te stimuleren, scoort van de ondervraagde landen het laagst als het gaat om het aanbieden van online opleidingen aan werknemers. Ondanks de toenemende globalisering geeft 49% van de ondervraagde Nederlandse managers aan dat zij niet het nut inzien van een interculturele training. Zijn de Nederlandse managers er dan van onvertuigd dat onze interculturele vaardigheden voldoende zijn om goed te functioneren?

Schilder: “Volgens mij hebben veel Nederlandse bedrijven geen idee wat een interculturele training daadwerkelijk inhoudt en wat het nut er van is. Veel bedrijven zijn voornamelijk Nederlands georiënteerd en zien niet dat interculturele verschillen gevolgen hebben voor de manier van werken.“

Internationaal gezien geeft in totaal 71% van de ondervraagden aan dat interculturele opleidingen nuttig zijn voor medewerkers en/of managers. Met name de Duitse en Ierse ondervraagde managers zijn erg positief over dergelijke opleidingen (beide 87%), in tegenstelling tot de Tsjechische respondenten (33%). Maar liefst 29% van deze Tsjechische respondenten geeft aan dat interculturele scholing alleen nuttig is voor managers, slechts 4% meent dat het nuttig is voor alle medewerkers binnen een bedrijf.

Deze resultaten komen uit het arbeidsmarktonderzoek dat is ontwikkeld door financieel uitzend- en detacheringsbureau Accountemps. Het onderzoek is gehouden in 11 landen: Australië, België, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Tsjechië, Nieuw Zeeland en Groot-Brittannië. Het onderzoek is uitgevoerd in november en december 2005 door marktonderzoeksbureau Heliview en omvat de reacties van 1.765 Human Resources en Finance Managers. 

Gerelateerde artikelen