Relatie China-Europa: ‘Verder kijken dan politieke spanningen’

Economische relatie China – Europa: met langere termijnperspectief komen we voorbij protectionisme.

Seminar ABN AMRO, Brainport Eindhoven en Crowe Foederer over relatie China-Europa

Door Ronald Bruins

Wat zijn de ontwikkelingen in de economische relatie tussen China en Europa? Op initiatief van Crowe Foederer, ABN AMRO en Brainport Eindhoven kwamen voor het eerst Chinese en Nederlandse high tech-bedrijven, hoogleraar Rob de Wijk en Peter Potman van Buitenlandse Zaken samen om over uitdagingen en kansen te praten.

Door protectionisme ontstaat er een Amerikaans, Europees, Russisch en Chinees handelsblok, constateerde Rob de Wijk, hoogleraar internationale betrekkingen en directeur van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies. “Ondernemingen moeten er rekening mee houden dat ze steeds meer onderdeel zijn van politiek. Bedrijven zullen dus worden ingezet voor politieke doeleinden en daar de dupe van worden.”

Een medewerker van een techbedrijf in de zaal reageerde: “Voor alle duidelijkheid: Dat komt niet alleen vanuit China, maar ook van de andere kant.” Gevolg is wel dat ondernemingen een speelbal kunnen worden van geopolitieke spanningen, constateerde De Wijk. “Daarom moeten we verder kijken dan die spanningen en ons echt in elkaars ondernemingen verdiepen en verbanden sluiten”, stelde een andere deelnemer tijdens het seminar. “Dat betekent verder kijken dan de initiële angst. Om onszelf te stabiliseren in deze turbulente tijden.” Dat kon op instemming van De Wijk rekenen. “Dat zijn wijze woorden.” Maar hij riep ook op om niet naïef te zijn.

Waarom dit event?
Brainport Eindhoven, ABN AMRO en Crowe Foederer brachten voor de eerste keer Chinese en Nederlandse high tech-bedrijven bij elkaar. Vanuit verschillende doelen, constateert Chen. “Hoe kunnen bedrijven helpen om onderling zaken te doen? Maar ook: hoe ga ik om met de politieke context? Hoe bepaal ik mijn strategie? En: Hoe kunnen we elkaar vinden om samen te werken? Dat gaat over angst wegnemen, over het gesprek aangaan over moeilijke onderwerpen en het vinden van de win-winsituatie. Daarnaast is het ook gewoon netwerken, zodat je elkaar leert kennen. Dat is de eerste stap in het kweken van vertrouwen. Building trust is heel belangrijk.”

Global power shift
Spreekstalmeester Albert Jan Swart, sectoreconoom Industrie, Transport & Logistiek bij ABN AMRO, had daarvoor de bijeenkomst in Sioux Labs in Eindhoven afgetrapt. “In onze sector kijken we tegen twintig à dertig procent groei aan.” Lachend: “U bent dus ook twintig à dertig procent drukker. Het is een wonder dat u tijd heeft gevonden om hier aan deel te nemen.” De kop was er daarmee af. De Wijk nam het over, vanuit de constateringen in zijn meest recente boek genaamd De slag om Europa. Hij sprak van een global power shift. Van het Westen naar Azië en in het bijzonder China. Dat land is hard op weg de grootste economie ter wereld te worden. “Omdat daar andere waarden leven, voelen de Europese Unie en de Verenigde Staten zich geroepen push backs te geven. Dat spel is nu op de wagen.”

Wie heeft de macht?
Trump die een handelsoorlog met China begint. De Europese Unie die het handelsakkoord met China opschort. Het onder de loep nemen van Huawei. De Wijk: “Het zijn allemaal tekenen van de strijd om wie de macht heeft. Daarbij gaat de moderne strijd niet vooral om militair vertoon, alhoewel we daar ook het nodige van zien, maar om technologie en data. Wie de kampioen daarin wordt, zet de standaarden. Waar de eerste industriële revolutie in Groot-Brittannië plaatsvond, hadden de Verenigde Staten nummer twee en drie in handen. Nu gaat de strijd om de vierde industriële revolutie, die van data en digitalisering. Wie daar de winnaar wordt? Ik denk China. Dat wil niet zeggen dat China de wereld overneemt, maar dat de VS en de EU zich meer moeten aanpassen.”

Meer protectionisme
De push backs van de EU en de VS leiden er volgens De Wijk toe dat China zich meer op eigen terrein begeeft. “Meer protectionisme, meer in het defensief. Daarbij komt er ook intern vanuit de wetgever druk op techbedrijven in China. Denk aan de Ant Group, Didi en Tencent.” De Wijk verbaast zich over de – in zijn ogen – opkomst van Europa. “Ze zijn meer een geopolitieke speler geworden dan ik gedacht had. Ze gaan miljarden aan leningen via eurobonds aan die ze weer als steun uitgeven aan de lidstaten. Ze kunnen een grote speler worden op de Europese schuldenmarkt.” Verder noemt De Wijk de green deal van de EU en het feit dat de EU-regels stelt aan de hele waardeketen. Vanaf grondstoffen en halffabricaten tot aan het eindproduct. “Daarbij moet je als onderneming dus van je ruwe materialen weten waar ze vandaan komen. En of ze niet middels gedwongen arbeid zijn verkregen.”

Via de website Mentimeter kregen de veertig aanwezigen stellingen voorgelegd. Een daarvan: Geopolitiek maakt het moeilijker om zaken te doen tussen China en Europa. Daarmee was 21 procent het niet eens. De Wijk: “Als je dit een half jaar geleden op een congres had gevraagd was het nog vijftig-vijftig. Ook uit een onderzoek van een accountorganisatie blijkt dat CEO’s het omgaan met geopolitieke spanningen als één van de top drie uitdagingen benoemen.” Een Chinese deelnemer was het oneens met de stelling. “Het zakendoen wordt niet moeilijker maar anders en onzekerder. Moeilijk is het al. We moeten ons dus meer instellen op onzekerheden.” Ze gaf ook de tip om analyses van het veertiende vijfjarenplan van China te lezen van verschillende landen. “Zo begrijp je de verschillende standpunten beter.”

Een win-winsituatie
Jin Chen, als partner bij Crowe verantwoordelijk voor het uitbouwen van de transfer pricing en de Dutch China Desk afdeling, riep op om in de onderlinge relaties een win-winsituatie te creëren. “Voor zowel Nederlandse als Chinese ondernemingen. Daar geloof ik in. Als ik Rob hoor, dan kun je wel eens pessimistisch worden. Maar ik hoor ook positieve geluiden. Zoals van Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, die de handelsovereenkomst tussen China en Europa toch noemde in haar State of the Union.” Chen constateerde ook dat het bij transfer pricing, het vaststellen van prijzen binnen multinationals, door de pandemie veel meer onder de aandacht is gekomen. “Daardoor was er lokaal soms minder geld beschikbaar en dan ga je als wereldwijd opererende multinational kijken waar er dan nog wel cash is.”

Rulings afspreken om zekerheid te behalen
Uit eigen ervaring met zowel Nederlandse als Chinese ondernemingen stelde ze ook vast dat het prima zakendoen is met Nederlandse belastingdiensten. De toegankelijkheid van ons ruling team biedt kansen voor ons land als vestigingsland voor Europese hoofdkantoren. “Je kunt met het ruling team een fiscale vaststellingsovereenkomst afspreken over je (toekomstig) Europees businessmodel die je vanuit Nederland gaat aansturen, waardoor je voor de komende jaren weet hoeveel belasting je gaat betalen. Dat biedt wederzijds transparantie en duidelijkheid voor het hoofdkantoor in China en het lokaal Europees management. Beiden weten wat de plannen zijn voor de komende vijf jaar.”

Chen ziet ook dat China meer wet- en regelgeving introduceert. “Dat is goed, want daardoor weet je als bedrijf beter waar je aan toe bent.” Ze wees eveneens op het wereldwijde akkoord van 134 landen dat deze zomer is gesloten. De landen besloten een minimumwinstbelasting in te voeren van vijftien procent. “Dat gaat een hoop werk aan de auditkant van het bedrijf opleveren.” Ze riep Chinese ondernemingen op om een Europees hoofdkwartier in te richten, om gebruik te maken van de innovatie box van de Nederlandse Belastingdienst en om verschillen tussen Nederland en China te overbruggen. “Veel gaat verloren in de vertaling. Het helpt als je als onderneming iemand met een Chinese achtergrond in dienst hebt die de verschillen kan overbruggen.”

Nieuwe wereldorde
Peter Potman, plaatsvervangend Directeur-Generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, woonde zes jaar in China. Drie jaar in Beijing en drie jaar in Shanghai. “We staan aan de vooravond van een nieuwe wereldorde en daar moeten we als overheid op inspelen. De wereld wordt meer en meer een dorp, waarin we wereldwijde problemen zoals voedselschaarste, watertekorten, de klimaatcrisis en de energietransitie alleen oplossen door samen te werken. Daarnaast komen we door technologie op een volgend economisch niveau.”

In 2019 publiceerde de Nederlandse overheid een policy paper over China. Die komt volgens Potman neer op samenwerken waar het kan, beschermen wat nodig is. Dat uitgangspunt, dat ook in de EU terug te vinden is, is slecht nieuws voor ondernemingen. “Bedrijven zijn gebaat bij een zo open mogelijk speelveld. Oplossing is volgens mij dat we genoeg wederzijdse afhankelijkheden creëren zodat de relatie stabiliseert en we een balans vinden. Want het moet gezegd: de wereldwijde problemen lossen we niet op zonder China.”

De hitte voelen
In een aansluitende paneldiscussie schoof, naast de sprekers, ook Ronnie Kuppens aan. Hij is projectmanager China bij Brainport. “We voelen als ondernemingen de hitte”, stelde hij. “We worden gebruikt als politieke instrumenten en dat heeft zijn impact op de hele supply chain. Het is daardoor een uitdagend speelveld.” Potman wees erop dat Europa zijn eigen kracht moet opbouwen. “Europese resilience. Maar dat wil niet zeggen dat we banden moeten doorsnijden, integendeel. Neem het langeretermijnperspectief in acht in relaties met zowel China als de VS. Tegelijkertijd zullen overheid en bedrijven ook maatregelen moeten nemen om ons te beschermen tegen de schaduwzijde van het Chinese economische optreden.”

Chen: “Kijk uit dat je je band met China niet verliest. Zeker niet omdat we kennis en ervaringen kunnen uitwisselen om die win-winsituatie daadwerkelijk te creëren. We komen verder als we gezamenlijk innoveren.” De Wijk was het daarmee eens. “Maar we zitten nu in een transitiefase waarin China, de EU en de VS protectionistisch zijn. Een nieuwe orde moet zich zetten. Dat op zich is contraproductief, maar het is gewoonweg een fase waar we doorheen moeten. De essentie is dat er een gebrek aan vertrouwen is.” Kuppens: “Als Brainport kunnen we bedrijven ondersteunen bij het mitigeren van deze onzekerheden.”

Size matters
Hans Duisters, oprichter en CEO van Sioux Technologies, had het slotwoord. Zijn onderneming opereert onder andere in Nederland en in China. Duisters is zelf naar Shanghai verhuisd. Sioux is een ontwikkelaar van embedded software, elektronica en industriële wiskunde. Volgens hem is China in de lead in de 21e eeuw. “Size matters. En met 1,4 miljard inwoners is China heel groot. Het is ook niet alleen meer made in China, maar ook designed in China. Aan die ontwikkeling werken ze heel hard. Er komen ontzettend veel getalenteerde studenten van goede universiteiten af. Meer dan er inwoners zijn in Nederland. Maar let wel, een heel groot deel van de bevolking is nog arm. Er ontstaat een flinke middenklasse en je ziet ook heel veel evolutie.” Duisters riep op tot zacht leiderschap om de relatie met China te bestendigen. “Ook ik geloof in wederzijdse afhankelijkheden. Ik geloof in samenwerking. Maar ik weet ook dat vertrouwen verdiend moet worden. Daar moeten we gezamenlijk aan werken.”

Wat is de volgende stap?
Dat er politieke spanningen zijn, wil niet zeggen dat China en Nederland niet volop zaken kunnen doen, stelt Chen tot slot. “Dat gebeurt ook, volop.” Chen stelt zich daarbij op als een verbinder. “Weet wat de wederzijds angsten, verschillen, uitdagingen en krachten zijn. Dat doe je alleen door dieper kennis met elkaar te maken en krachten te bundelen. Help elkaar om verder te komen, want dan kom je ook daadwerkelijk gezamenlijk verder. Voorbij misverstanden. Blijf in dialoog, werk samen en zoek naar win-winsituaties. Ik help met mijn achtergrond graag bij het faciliteren van die dialoog tussen Chinese en Nederlandse bedrijven.”

Gerelateerde artikelen